Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
feit 1) en ‘poging tot doodslag’ (
feit 2) veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 14 jaren met aftrek van de tijd die hij in voorarrest heeft doorgebracht.
feit 1), gedeeltelijk toegewezen tot een bedrag van (in totaal) € 40.512,41, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. De rechtbank heeft de benadeelde partij ter zake van het meer gevorderde niet-ontvankelijk verklaard in de vordering en bepaald dat de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
feit 2) gedeeltelijk toegewezen tot een bedrag van (in totaal) € 7.737,68, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. De rechtbank heeft de benadeelde partij ter zake van het meer gevorderde niet-ontvankelijk verklaard in de vordering en bepaald dat de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
- gevorderddat het hof het vonnis waarvan beroep zal vernietigen en de verdachte ter zake van ‘moord’ (
feit 1) en ‘poging tot moord’ (
feit 2) zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 20 jaren met aftrek van de tijd die hij in voorarrest heeft doorgebracht, en dat het hof op de inbeslaggenomen voorwerpen zal beslissen overeenkomstig de rechtbank bij vonnis waarvan beroep; - zich op het standpunt gestelddat het hof de vorderingen van de benadeelde partijen [benadeelde 1] en [benadeelde 2] integraal zal toewijzen, telkens te vermeerderen met de wettelijke rente en (telkens) met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
- ten aanzien van de feiten:de verdachte zal vrijspreken van het onder 1 tenlastegelegde bestanddeel ‘voorbedachten rade’ en van de onder 2 tenlastegelegde poging tot moord c.q. poging tot doodslag, waarbij de verdediging zich aan het oordeel van het hof heeft gerefereerd voor wat betreft een bewezenverklaring van doodslag (feit 1) en poging tot zware mishandeling (feit 2, waarbij het hof opmerkt dat dit als zodanig niet is tenlastegelegd);
- ten aanzien van de strafbaarheid van de feiten en de verdachte:
primair: de verdachte zal ontslaan van alle rechtsvervolging wegens een geslaagd beroep op noodweer;
subsidiair: de verdachte zal ontslaan van alle rechtsvervolging wegens een geslaagd beroep op noodweerexces;
meer subsidiair: de verdachte zal ontslaan van alle rechtsvervolging wegens een geslaagd beroep op putatief noodweer
nog meer subsidiair: de verdachte zal ontslaan van alle rechtsvervolging wegens een geslaagd beroep op putatief noodweerexces;
uiterst subsidiair: de verdachte zal ontslaan van alle rechtsvervolging wegens een geslaagd beroep op psychische overmacht;
- ten aanzien van de op te leggen straf of maatregel: een straftoemetingsverweer gevoerd;
- ten aanzien van de benadeelde partijenheeft de verdediging bepleit dat het hof de benadeelde partijen [benadeelde 1] en [benadeelde 2] niet-ontvankelijk zal verklaren in hun vordering c.q. de vorderingen niet-ontvankelijk zal verklaren c.q. de vorderingen zal afwijzen.
- ten aanzien van de inbeslaggenomen voorwerpenheeft de verdediging niets ter zake dienende aangevoerd.
Het proces-verbaal van bevindingen verhoor getuige [benadeelde 2] d.d. 26 juni 2023 (dossierpagina 142 tot en met 144, voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 1] :
Het proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 27 juni 2023 (dossierpagina 1058 tot en met 1067), voor zover inhoudende als weergave van het verhoor van de verdachte gehouden op 25 juni 2023:
Het proces-verbaal van de terechtzitting in eerste aanleg d.d. 6 maart 2024, voor zover inhoudende als verklaring van de verdachte:
Het proces-verbaal forensisch overlijdensonderzoek d.d. 16 november 2023 (dossierpagina 643 tot en met 651), voor zover inhoudende als relaas van verbalisanten [verbalisant 2] , [verbalisant 3] , [verbalisant 4] en [verbalisant 5] :
Overledene
Het rapport ‘forensisch pathologisch onderzoek naar aanleiding van een mogelijk niet-natuurlijke aard van overlijden’ van het Nederlands Forensisch Instituut d.d. 15 december 2023, afzonderlijk toegevoegd aan het dossier (17 pagina’s), voor zover inhoudende als bevindingen van deskundige (arts en forensisch patholoog) drs. A.I.C. Christiaens:
De verklaring van de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep d.d. 7 mei 2025, voor zover inhoudende:
het hof begrijpt: op het woonwagenkamp ‘ [adres 1] ’ te [plaats 1] , gemeente [gemeente]] om 16.00 uur. Hij zou komen om met mij te praten en hij zou alleen komen.
het hof begrijpt: gekocht]. Dat kwam omdat de bedreigingen alsmaar toenamen en ik mijzelf moest kunnen beschermen mocht dat nodig zijn.
het hof: blijkens dossierpagina 1030 en 1083 vijftien patronen] ongeveer 20 minuten van tevoren gevuld. Ik ben toen op en neer gaan lopen en gaan nadenken over wat er gebeurde en wat er kon gebeuren. Al die bedreigingen, daardoor word je helemaal overspoeld met emoties. Ik ging er wel van uit dat [slachtoffer] zou komen maar ik had dat wapen gewoon ter bescherming. Om een gelijk speelveld te creëren.
Inleiding
Verweren van de verdediging
- ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegdebepleit dat het hof de verdachte zal vrijspreken van het bestanddeel ‘met voorbedachten rade’ en zich gerefereerd aan het oordeel van het hof voor wat betreft de bewezenverklaring van doodslag.
- ten aanzien van het onder 2 tenlastegelegdebepleit dat het hof de verdachte zal vrijspreken van het bestanddeel ‘met voorbedachten rade’ en zich gerefereerd aan het oordeel van het hof voor wat betreft een bewezenverklaring van poging tot zware mishandeling.
Juridisch kader voorwaardelijk opzet en voorbedachten rade
Geloofwaardigheid van de afgelegde verklaringen
- Zo verklaart de verdachte over het bewuste moment dat hij aanvankelijk vanaf de linkerzijde van de auto naar de auto toeliep en halverwege de route naar de auto zag dat [slachtoffer] met zijn rechterarm naar zijn linkeroksel reikte, terwijl de verdachte wist dat [slachtoffer] altijd een nektasje met vuurwapen bij zich droeg. Hierna loste de verdachte zijn eerste schot en bleef hij schieten.
- [benadeelde 2] verklaart daarentegen dat hij de verdachte zag komen aanlopen en deze meteen begon te schieten, maar gelet op het feit dat [benadeelde 2] zich niet erg bewust zal zijn geweest van het tasje van [slachtoffer] , valt aan het woord ‘meteen’ bij een dergelijk kort moment niet veel onderscheidende waarde toe te kennen.
- 25 juni 2023 bij de politie;
- 26 juni 2023 bij de politie;
- 28 juni 2023 ten overstaan van de rechter-commissaris;
- 20 februari 2024 bij de politie;
- 6 maart 2024 ter terechtzitting in eerste aanleg bij de rechtbank;
- 7 mei 2025 ter terechtzitting in hoger beroep bij dit hof.
‘Kut, ik heb dat ding bij me’. ‘Dat ding’ is bij ons een wapen. Hij stond van de verhalen wel bekend dat hij altijd een wapen bij zich had. [16]
‘Laten we het erop houden dat ik dat niet wist’ [22] , hetgeen naar het oordeel van een hof een onnodig vaag antwoord is voor iemand die later impliceert dat het gewoon een legitieme schuld betrof. Op 12 juli 2023 ontkent [benadeelde 2] namelijk dat de schuld iets te maken had met het wegmaken van APAAN maar dat het ging om een geldbedrag dat [slachtoffer] aan de verdachte had geleend voor het verbouwen van diens huis en voor het kopen van kleding voor de toenmalige vriendin van de verdachte. Daarnaast zou de verdachte een ketting verpand hebben en zouden er enkele andere bedragen van [slachtoffer] naar de verdachte zijn gevloeid. [23]
Feitenvaststelling
‘het was hij of ik’, besloot het eerste schot te lossen en vervolgens zijn magazijn leegde op de zijkant van de auto aan de bestuurderszijde en daarmee ook door het raam aan de bestuurderszijde.
Algemene bewijsoverwegingen
Toepassing feit 1 ( [slachtoffer] )
Toepassing feit 2 ( [benadeelde 2] )
Verweren van de verdediging
- primair: noodweer;
- subsidiair: noodweerexces;
- meer subsidiair: putatief noodweer;
- nog meer subsidiair: putatief noodweerexces;
- uiterst subsidiair: psychische overmacht.
- jarenlange bedreigingen aan het adres van de verdachte;
- het feit dat ook de omgeving van de verdachte hier last van ondervond;
- de afspraak met [slachtoffer] dat deze alleen naar de afspraak zou komen terwijl hij uiteindelijk vergezeld werd door [benadeelde 2] ;
- het feit dat de verdachte van [getuige 1] hoorde dat [slachtoffer] tegen [getuige 1] had gezegd dat de verdachte zou moeten werken of de kofferbak in zou gaan, aldus de verdediging.
Juridisch kader (putatief) noodweer(exces)
Toepassing
- dat niet als maatstaf heeft te gelden dat de feiten en omstandigheden die aan het beroep – op in dit geval: putatief noodweerexces – ten grondslag worden gelegd, zich buiten redelijke twijfel hebben voorgedaan maar dat deze feiten en omstandigheden (voldoende) aannemelijk moeten zijn geworden;
- dat de last tot het aannemelijk maken van die feitelijke grondslag niet uitsluitend op de verdachte mag worden gelegd;
- dat enige onzekerheid over de precieze feitelijke toedracht niet in de weg staat aan het oordeel dat de gestelde feitelijke grondslag voldoende aannemelijk is geworden.
doodslag.
poging tot doodslag.
BESLISSING
ontslaat de verdachtete dier zake
van alle rechtsvervolging;
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- 1 STK Vuurwapen ( [goednummer 1] );
- 1 STK Patroonhouder ( [goednummer 2] ).
teruggaveaan de redelijkerwijs als rechthebbende aan te merken persoon, te weten [rechthebbende] , gevestigd aan de [adres 2] , van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten: