Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
5.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 16 augustus 2022;
- de door [appellanten] bij H12-formulier van 19 januari 2023 ingediende productie 8;
- de mondelinge behandeling van 31 januari 2023.
6.De verdere beoordeling
beidelekkages - niet in geschil is dat er één (herstelde) lekkage is gemeld - is evenmin met voldoende concrete feiten en omstandigheden onderbouwd, zodat het hof daar al om die reden aan voorbij gaat. De enkele verwijzing naar het rapport van [ingenieur] van [x] Bouwpathologie - die tijdens de opname in november 2019, dus 5 maanden na de levering van de woning, de aanwezigheid van twee lekkages heeft geconstateerd en dit in het rapport heeft beschreven - is daartoe niet voldoende. Aan bewijslevering wordt niet toegekomen.
in verband metde ruwbouwstaat. Dat [geïntimeerden] op de hoogte was van “enig vocht in de kelder” is al bij dagvaarding erkend. Weliswaar heeft [geïntimeerden] zich in de memorie van antwoord in principaal hoger beroep op het standpunt gesteld dat deze erkenning ‘per abuis’ is en dat [geïntimeerden] voor de koop nimmer water heeft waargenomen in de kelder, maar tijdens de mondelinge behandeling heeft [geïntimeerde 1] echter opnieuw erkend dat hij wist dat de kelder heel vochtig was. Hij heeft daarbij tevens aangegeven ook water te hebben zien staan in de goot in de kelder voor de afdichting van de garagedeur. [geïntimeerde 1] wist naar eigen zeggen dat die voorziening een tijdelijke was: de makelaar had hem uitdrukkelijk gezegd dat er een vaste deur moest komen. [geïntimeerde 1] heeft voorafgaand aan het sluiten van de koopovereenkomst een aannemer meegenomen naar de woning om een schatting te kunnen maken van de kosten die gemoeid zouden zijn met het afbouwen van de kelder, waaronder in ieder geval het bouwen van een permanente muur ter plaatse van de tijdelijke afdichting, zo heeft hij tijdens de mondelinge behandeling toegelicht. Deze aannemer schatte de kosten voor de afbouw van de kelder op € 30.000,00 à € 40.000,00, in welk bedrag volgens [geïntimeerde 1] waren begrepen de permanente muur ter vervanging van de tijdelijke muur, stucwerk en elektra. Toen uit de na de koopovereenkomst uitgevoerde bouwkundige keuring bleek dat de kelder erg vochtig was, heeft [geïntimeerde 1] zelf aan de bouwkundige gezegd dat dat een gevolg was van het feit dat de kelder nog niet afgebouwd was.