“V: Hoe is de onderlinge taakverdeling tussen de eigenaren in het bedrijf?
A: [C] deed de productie en een stukje administratie zoals offertes maken. [belanghebbende] deed dat met [C] samen. IK deed eigenlijk alles maar niet heel veel op kantoor. Dat deed ik het minste. Ik leverde wel de facturen in bij [belanghebbende] om die te laten betalingen. Dat deed [belanghebbende] eigenlijk altijd. [B] deed helemaal niets van administratie. Hij werkte in de hal.
V: Heeft u ook de uitvoering van de daadwerkelijke betalingen van [VOF] gedaan?
A: Dat heb ik nooit gedaan. Sinds [belanghebbende] bij ons werkte deed [belanghebbende] de uitvoer van de betalingen.
(…)
O: In de aangifte heeft u verklaarde dat nader onderzoek door (…) [VOF] heeft uitgewezen dat niemand anders ooit betalingen heeft gedaan op de betreffende rekeningen van [belanghebbende] .
V: Wat hield dit nader onderzoek in?
A: IK weet niet wat daar precies mee bedoeld wordt, maar zij was wel de enige die betalingen voor [VOF] uitvoerde, samen met [C] (…).
V: Wie verrichtte naast [belanghebbende] en [C] nog meer de betalingen van [VOF] ?
A: Dat is wel heel lang geleden, rond eind jaren '90 tot ongeveer 2000 dat ik dat deed. Dat is geleidelijk aan gegaan en [C] heeft dat steeds meer van mij overgenomen.
V: [belanghebbende] verklaarde dat u aanvankelijk de betalingen voor [VOF] verrichte tot het moment dat u een TIA kreeg. Wat is daarop uw reactie?
A: Dat is helemaal niet waar. Daar klopt niets van. Ik heb wel een TIA gehad maar daarvoor voerde ik al geen betalingen meer uit, maar deed [C] en [belanghebbende] dat.
V: [belanghebbende] verklaarde dat [C] daarna de betalingen voor [VOF] is gaan uitvoeren. Klopt dat?
A: Dat klopt niet want daarvoor deden [C] en [belanghebbende] dat al.
O: [belanghebbende] verklaarde dat toen zij zwanger was [D] bij [VOF] is aangenomen voor de administratie en dat [belanghebbende] pas sinds de tewerkstelling van [D] bij [VOF] beschikking heeft gekregen, via [C] , over de inlogcodes van de rekening van [VOF] met als reden om [D] in te werken. Dit was medio 2014.
V: Wat kunt u daar over verklaren?
A: Nee, die had ze volgens mij al veel eerder met het samenwerken met [C] .
V: Wie voerde de betalingen voor [VOF] uit na het overlijden van [C] ?
A: Alleen [belanghebbende] .
V: Door [belanghebbende] is verklaard dat dit daarna door u en [D] werd gedaan waarbij bij u de controlerende taak lag. Wat is daarop uw reactie?
A: Nee dat is niet zo. Daar klopt niets van. Dat heb ik niet gedaan.
V: Bij wie lag dan de controlerende taak?
A: IK denk bij [belanghebbende] zelf.
V: Bedoeld u dat [belanghebbende] het inboeken van de facturen deed, het uitvoeren van de betalingen en de controle daar op?
A: Ja volledig.
V: [belanghebbende] verklaarde dat zij pas echt betalingen is gaan verrichten voor [VOF] na haar zwangerschapsverlof rond juli 2015. Wat is daarop uw reactie?
A: Zeker niet. Hoe komt ze daar nu bij??
O: Door kleindochter [E] wordt hierbij opgemerkt dat bewijsstukken zijn dat [belanghebbende] al zowiezo tijdens haar zwangerschapsverlof betalingen verrichtte. We hebben namelijk WhatsApp gesprekken tussen [D] en [belanghebbende] waarin [D] aan [belanghebbende] vraagt om in te loggen op de bank zodat zij kan zien welke debiteuren al betaald hadden. Daarnaast heeft [D] ook in de civiele procedure een verklaring afgelegd waarin zij verklaarde dat zij nooit betalingen deed. [D] werkt bij [VOF] sinds ongeveer september 2014.
O: In stukken van de civiele procedure staat vermeld vanuit de kant van [VOF] dat [belanghebbende] na het overlijden van [C] in 2014, uit nood geboren, steeds meer financiële taken van [VOF] op zich nam.
V: Op welke wijze zou [belanghebbende] dan daarvoor al de betwiste overboekingen hebben kunnen/moeten verrichten?
A: IK weet dat niet. DE uitvoering van betalingen lag bij [C] en [belanghebbende] . Ik weet niet precies hoe de uitvoering van betalingendoor [C] en [belanghebbende] precies in zijn werk gingen. Dat is te lang geleden en ik had daar ook geen zicht op.
O: Door kleindochter [E] werd hierop aangevuld dat zij daar niet bij aanwezig is geweest maar dat zij achteraf wel de bankafschriften heeft nagekeken die [C] had afgetekend en merkt daarbij op dat het vreemd is dat door [C] eigen uitgevoerde betalingen voor akkoord zouden zijn getekend. Dat wijst meer op de betaling die door iemand anders is verricht Ik doe nu de betalingen en ik teken niets voor akkoord wat ik zelf heb verricht. Dat doe ik wel als [D] een betaling zou verrichten. Je controleert dan iemand anders.
O: Aangaande de door [VOF] betwiste transacties van gelden naar rekeningen van [belanghebbende] is door [belanghebbende] echter verklaard dat aanvankelijk deze betalingen door [C] werden gedaan en dat zij slechts in opdracht van [C] de betaling in de administratie in te boeken. Wat is daarop uw reactie?
A: Daar weet ik helemaal niets van. [C] heeft het daar nooit met mij over gehad. Het lijkt mij sterk dat [C] dat niet met mij zou bespreken als hij dit echt hebben bedacht
V: Tevens verklaarde [belanghebbende] dat u zelf bovendien ook de betreffende betalingen naar haar rekening
uitvoerde?
A: Nee zware nonsens.”.