Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
A.M.C. Inpak-/Cartonnagebedrijf V.O.F., h.o.d.n. AMC Packaging en AMC Co-packing,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
B.V. Inpakbedrijf A.M.C.,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
5.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 19 januari 2021 waarbij het hof een mondelinge behandeling na aanbrengen heeft gelast;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling na aanbrengen van 1 maart 2021;
- de memorie van grieven met producties;
- de memorie van antwoord.
6.De beoordeling
- [appellante] is als 18-jarige per 24 september 2001 als administratief medewerkster werkzaamheden gaan verrichten voor AMC. In die functie verrichtte zij onder andere ondersteunende werkzaamheden voor de financiële administratie van AMC. Haar takenpakket bestond voornamelijk uit het aannemen van de telefoon, het ontvangen van chauffeurs, het verzorgen van facturen, het ordenen van de administratie en het versturen van aanmaningen naar klanten en personeelszaken. Na een tweetal tijdelijke contracten is zij per 22 mei 2002 in vaste dienst gekomen bij AMC VOF.
- In de periode van 14 maart 2015 tot 4 juli 2015 heeft [appellante] zwangerschaps- en bevallingsverlof genoten.
- [appellante] is op 14 juli 2016 op staande voet ontslagen. Dat ontslag is bij aangetekende brief van 15 juli 2016 schriftelijk aan haar bevestigd.
- AMC heeft op 16 juli 2016 aangifte gedaan tegen [appellante] ter zake van verduistering.
- In opdracht van AMC heeft [bedrijf 1] (hierna: [bedrijf 1] ) een boekhoudkundig onderzoek uitgevoerd, waarbij zij de overboekingen in de periode van 1 januari 2009 tot en met 14 juli 2016 van de bankrekeningen van AMC naar de bankrekeningen op naam van [appellante] met de nummers [rekeningnummer 1] , [rekeningnummer 2] en [rekeningnummer 3] heeft gespecificeerd, heeft gecontroleerd of en zo ja welke bescheiden aan die overboekingen en de administratieve verwerking daarvan ten grondslag hebben gelegen en waarbij zij is nagegaan op welke wijze de administratieve verwerking heeft plaatsgevonden.
- 1. € 843.023,07, te vermeerderen met de wettelijke rente, primair vanaf de dag van de eerste betaling (7 september 2009), subsidiair vanaf de dag van iedere betaling, meer subsidiair vanaf de dag van het ontslag (14 juli 2016), althans vanaf de dag van de dagvaarding,
- 2. € 5.847,50 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente en de wettelijke verhoging vanaf 14 juli 2016, althans vanaf de dag van de dagvaarding,
- 3. voor recht te verklaren dat de rechtshandeling waarmee de [automerk] op naam van [meisjesnaam appellante] is overgeschreven buitengerechtelijk is vernietigd,
- 4. [appellante] te gebieden de [automerk] in het register van de RDW op naam van [appellante] te stellen;
- 5. [appellante] te veroordelen in de kosten van de procedure, die van de beslaglegging daaronder begrepen, en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.