2.3.1.In de onderhavige procedure vordert [appellant] in conventie, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, het volgende.
1. Een verklaring voor recht dat [geïntimeerde] onrechtmatig heeft gehandeld jegens [appellant] doordat [geïntimeerde] inbreuk heeft gepleegd op het eigendomsrecht van [appellant] ten gevolge waarvan [appellant] schade lijdt en/of zal lijden voor welke schade [geïntimeerde] jegens [appellant] aansprakelijk is.
2. Een verklaring voor recht dat [appellant] eigenaar is van de bedoelde strook grond en dat [geïntimeerde] op straffe van verbeurte van een dwangsom wordt veroordeeld de op de grond van [appellant] aangebrachte erfafscheiding te verplaatsen naar de erfgrens zoals deze op
4 augustus 2020 door het kadaster is gereconstrueerd, binnen 28 dagen na dagtekening vonnis, op straffe van een dwangsom van € 250,-, althans een bedrag door de kantonrechter in goede justitie vernemen te bepalen, voor elke dag of dagdeel dat [geïntimeerde] in gebreke blijft aan het vonnis te voldoen, met een maximum van € 10.000,-.
3. Een verklaring voor recht dat [geïntimeerde] onrechtmatig heeft gehandeld jegens [appellant] doordat [geïntimeerde] inbreuk heeft gepleegd op het eigendomsrecht van [appellant] ten gevolge waarvan [appellant] schade lijdt en/of zal lijden voor welke schade [geïntimeerde] jegens [appellant] aansprakelijk is.
4. Een verklaring voor recht dat [appellant] eigenaar is van de bedoelde strook grond en dat [appellant] gerechtigd is de op zijn grond aangebrachte erfafscheiding, op kosten van [geïntimeerde] , te (laten) verplaatsen naar de erfgrens zoals deze op 4 augustus 2020 door het kadaster is gereconstrueerd. De kosten hiervoor bedragen € 895,40, te betalen binnen 14 dagen na ontvangst van de factuur door [geïntimeerde] aan [appellant] op straffe van een dwangsom van
€ 50,-, althans een bedrag door de Kantonrechter in goede justitie vernemen te bepalen, voor elke dag of dagdeel dat [geïntimeerde] in gebreke blijft aan het vonnis te voldoen, met een maximum van € 5.000,-.
5. Een verklaring voor recht dat [geïntimeerde] onrechtmatig heeft gehandeld jegens [appellant] doordat [geïntimeerde] de bedoelde strook grond in bezit heeft genomen ten gevolge waarvan
[appellant] schade lijdt en/of zal lijden voor welke schade [geïntimeerde] jegens [appellant] aansprakelijk is.
6. Een schadevergoeding in natura aan [appellant] toe te kennen, en wel in de vorm van teruggave van de bedoelde strook grond binnen 28 dagen na dagtekening vonnis.
7. Dat de kantonrechter bepaalt dat [appellant] gerechtigd is de op zijn grond aangebrachte erfafscheiding te (laten) verplaatsen naar de erfgrens zoals deze op 4 augustus 2020 door het kadaster is gereconstrueerd. De kosten hiervoor bedragen € 895,40, te betalen binnen
14 dagen na ontvangst van de factuur door [geïntimeerde] aan [appellant] op straffe van een dwangsom van € 50,-, althans een bedrag door de Kantonrechter in goede justitie vernemen te bepalen, voor elke dag of dagdeel dat [geïntimeerde] in gebreke blijft aan het vonnis te voldoen, met een maximum van € 5.000,-.
8. Een verklaring voor recht dat [geïntimeerde] onrechtmatig heeft gehandeld jegens [appellant] doordat [geïntimeerde] de bedoelde strook grond in bezit heeft genomen ten gevolge waarvan [appellant] schade lijdt en/of zal lijden voor welke schade [geïntimeerde] jegens [appellant] aansprakelijk is.
9. Een schadevergoeding aan [appellant] toe te kennen van € 1.500,- (waarde grond + overig causaal nadeel) ter compensatie van de waarde van de grond, te betalen binnen 28 dagen na dagtekening vonnis. En - voor het geval de voldoening van de schadevergoeding niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt - te vermeerderen met de wettelijke rente over de schadevergoeding vanaf bedoelde termijn voor voldoening, alsmede de nakosten.
10. Dat [geïntimeerde] zorg draagt voor het inschrijven van de verjaring in het kadaster en dat de kosten die daarmee gepaard gaan voor zijn rekening komen, en wel binnen 28 dagen na dagtekening vonnis, op straffe van een dwangsom van € 100,- althans een bedrag door de kantonrechter in goede justitie vernemen te bepalen, voor elke dag of dagdeel dat [geïntimeerde] in gebreke blijft aan het vonnis te voldoen, met een maximum van € 5.000,-.
Zowel primair als subsidiair als meer subsidiair als nog meer subsidiair:
11. Veroordeling van [geïntimeerde] in de buitengerechtelijke kosten als bedoeld in artikel 6:96 leden 2 sub c en 5 BW. Deze kosten zijn gemaakt wegens het voeren van correspondentie tussen partijen met als doel om tot een oplossing buiten rechte te komen.
12. Deze kosten kunnen als vermogensrechtelijke schade worden aangemerkt. Deze kosten zijn niet verzekerd onder de rechtsbijstandverzekering van [appellant] . Het bedrag van € 225,- is in lijn met de staffel als genoemd in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten van 1 juli 2012.
13. Deze kosten kunnen niet worden beschouwd als werkzaamheden ter voorbereiding van een procedure, doch hebben uitsluitend betrekking op en houden rechtstreeks verband met de pogingen van (de gemachtigde van) [appellant] om de vordering buiten rechte te incasseren.
14. Veroordeling van [geïntimeerde] in de kosten van deze procedure, waaronder begrepen het salaris van gemachtigde van [appellant] , te voldoen binnen 14 dagen na dagtekening vonnis, en - voor het geval de voldoening van de proceskosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt - te vermeerderen met de wettelijke rente over de proceskosten vanaf bedoelde termijn voor voldoening, alsmede de nakosten.
15. Veroordeling van [geïntimeerde] tot betaling van de kosten van het kadaster van
€ 1.210,-.