Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer 8923598 \ CV EXPL 20-6773)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven;
- de memorie van antwoord.
3.De beoordeling
“Telkens indien een uit hoofde van de huurovereenkomst door Huurder verschuldigd bedrag niet prompt op de vervaldag is voldaan, verbeurt Huurder aan Verhuurder van rechtswege per kalendermaand vanaf de vervaldag van dat bedrag een direct opeisbare boete van 1% van het verschuldigde per kalendermaand, waarbij elke ingetreden maand als een volle maand geldt, met een minimum van € 300,00 per maand. De hiervoor bedoelde boete(rente) is niet verschuldigd indien Huurder voor de in artikel 23.1 genoemde vervaldatum per aangetekende brief een gemotiveerde vordering bij Verhuurder heeft ingediend en Verhuurder binnen 4 weken na ontvangst van deze brief inhoudelijk daarop niet heeft gereageerd.”
DE KONSEKWENSIES OVERNEEMT KONTRAKTTUEEL DAN HEB IK DAAR GEEN PROBLEEM MEE ZAL DE STUKKEN GEREED MAKEN EN OPNEMEN IN HET KONTRAKT, MAXO KAN EFFEKTIEF GAAN PLANNEN PROBEER KONTRAKT MOREGN OF ZATERDAG GERRED TE HEBBEN. MGV [geïntimeerde] ”.
“Als [persoon A] DE KONSEKWENSIES OVERNEEMT KONTRAKTTUEEL”). IKRA gaat in dat verband ten onrechte voorbij aan de gebeurtenissen die (onbetwist) na 17 januari 2019 hebben plaatsgevonden, die maken dat aan deze voorwaarde niet is voldaan. Dat wordt hierna uiteen gezet.
“Geachte, heb begrepen van [persoon B][hof: bedoeld is: [persoon B] , bestuurder van [YY] ]
dat jullie geen partij meer zijn en niet zijn geïnteresseerd? Wil dit wel even van jullie zelf horen, bedankt en sukses.”.
“ [persoon B] , ben zeer verbaasd, afgelopen week heb je nog beloofd, kantoor en schuur wordt opgeruimd en binnen schoon gemaakt, nu is het weer niet zoals zo vele malen, ben nu 4,5 maand aan het wachten op aktie, wanneer, wil morgen de sleutels hebben van andere deuren.”.
“Onder deze omstandigheden, met voor beide huurders forse huurachterstanden, is er voor mijn cliënt op dit moment geen aanleiding om huurgenot aan hen te verschaffen.”.
“gegeven de hiervoor aangevoerde feiten en omstandigheden (reeds meerdere keren aangehaalde mededelingen en feitelijke handelingen van [geïntimeerde] zelf)”, de kantonrechter de gevorderde boetes had dienen af te wijzen. Nu de hiervoor besproken verweren van IKRA geen doel treffen, staan deze verweren ook niet in de weg aan de verschuldigdheid van de contractuele boete door IKRA.