3.2.1.[appellant] is sinds 5 februari 1990 in dienst van (de rechtsvoorgangster van) Fokker op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. [appellant] is werkzaam als interior engineer tegen salaris van € 3.934,00 bruto per maand exclusief emolumenten. Op de arbeidsovereenkomst is de CAO Metalektro van toepassing.
3.2.2.In verband met een reorganisatie binnen GKN Fokker Technologies Holding B.V. is met meerdere vakorganisaties, waaronder FNV, het sociaal plan GKN Fokker Technologies Holding BV 2019-2022 (hierna: het sociaal plan) overeengekomen. Dit sociaal plan is mede van toepassing op medewerkers van Fokker, onder wie [appellant].
3.2.3.Het op 11 december 2019 ondertekende sociaal plan bepaalt onder artikel A.3 het volgende:
“Werkgever streeft naar het zo veel mogelijk voorkomen van gedwongen ontslagen door natuurlijk verloop en door het aanbieden van een vrijwillig-vertrekregeling. Bij de toepassing van deze regeling honoreert Werkgever binnen wettelijke en fiscale grenzen, verzoeken van medewerkers die vrijwillig hun dienstverband bij Werkgever willen beëindigen met toepassing van dit Sociaal Plan. Zie verder artikel C.2.”
Artikel C.2 van het sociaal plan luidt, voor zover van belang, als volgt:
“Werkgever biedt binnen wettelijke en fiscale grenzen een vrijwillig-vertrekregeling aan om zo veel als mogelijk gedwongen ontslagen te voorkomen. Op basis van deze regeling kunnen medewerkers in een groep uitwisselbare functies Werkgever verzoeken vrijwillig aangemerkt te worden als boventallige medewerker (Medewerker) en daarmee volledige toepassing van dit Sociaal Plan.
Het aantal verzoeken dat wordt gehonoreerd, is maximaal gelijk aan het vooraf doorWerkgever bepaalde aantal af te bouwen arbeidsplaatsen.
De procedure:
a. Werkgever informeert medewerkers in functies die uitwisselbaar zijn en waarvan een vooraf bepaald aantal arbeidsplaatsen wordt afgebouwd, dat deze medewerkers
kunnen verzoeken om vrijwillig aangemerkt te worden als boventallig.
(…)
c. Werkgever wijst het verzoek toe als met in achtneming van alle verzoeken, de
verzoeker door toepassing van het afspiegelingsbeginsel op de groep
vrijwillige verzoekers, wordt aangewezen als boventallig.”
3.2.5.[appellant] heeft verzocht om vrijwillig aangemerkt te worden als boventallig.
Bij brief van 1 december 2020 heeft Fokker aan [appellant] meegedeeld dat na objectieve
toepassing van het omgekeerde afspiegelingsbeginsel hij niet is aangewezen om in
aanmerking te komen voor een vrijwillige beëindiging van zijn dienstverband overeenkomstig de regelingen van het sociaal plan. Na toepassing van het afspiegelingsbeginsel bleek gezien de leeftijdsopbouw in de groep af te spiegelen functies
namelijk dat in de leeftijdscategorie van [appellant] geen afbouw hoefde plaats te vinden.
3.2.7.Bij e-mail van 31 maart 2021 heeft Fokker [appellant] geïnformeerd dat zij het advies van de Begeleidingscommissie niet volgt, vanwege de volgende redenen:
“(…)
1. De Begeleidingscommissie heeft gelijk door te stellen dat de vrijwillig vertrekregeling is bedoeld om zo veel als mogelijk gedwongen ontslagen te voorkomen. Daarom is de vrijwillig vertrekregeling als regeling ingebouwd in het Sociaal Plan. De conclusie van de Begeleidingscommissie dat niet aan deze regel is voldaan door u niet aan te wijzen als vrijwilliger, is niet juist.
Vanuit de gezamenlijke bedoeling een vrijwillig vertrek regeling op te nemen in het
Sociaal Plan, zijn vervolgens de voorwaarden afgesproken met de vakbonden. Die
uitvoeringsvoorwaarden en procesafspraken zijn opgenomen in artikel C.2 van het
Sociaal Plan. Bij punt 2 licht ik toe waarom Fokker Techniek de voorwaarden heeft
gevolgd en niet in strijd met de voorwaarden van de vrijwillig vertrekregeling heeft
gehandeld.
2. Het wettelijke afspiegelingsbeginsel is het instrument dat wordt gebruikt voor de
uitvoering van de vrijwillig vertrekregeling. Aan de start van de reorganisatie bepaalt Fokker Techniek hoeveel medewerkers in een functiegroep wordt afgebouwd. Met dat aantal af te bouwen medewerkers wordt het afspiegelingsbeginsel toegepast op alle leeftijdsgroepen. Toepassing van het afspiegelingsbeginsel gaat uit van medewerkers, niet van Fte.
Op basis van het Sociaal Plan geldt het volgende voor een functiegroep: alle
medewerkers in een functiegroep worden ingedeeld in leeftijdsgroepen. Alleen
medewerkers in de leeftijdsgroepen waar na toepassing van het afspiegelingsbeginsel medewerkers worden aangewezen voor gedwongen afbouw, kunnen zich aanmelden voor vrijwillig vertrek. Medewerkers uit leeftijdsgroepen waar niemand wordt aangewezen, kunnen zich niet aanmelden voor vrijwillig vertrek.
In uw functiegroep moest 1 medewerker worden afgebouwd. Toepassing van het
afspiegelingsbeginsel had als resultaat dat in de leeftijdsgroep 45-54 jaar de afbouw van 1 medewerker moest plaatsvinden. Daarom kon alleen in die leeftijdsgroep een
aanmelding worden gedaan voor vrijwillig vertrek. Medewerkers uit andere
leeftijdsgroepen konden zich niet aanmelden.
Deze werkwijze is afgesproken vakbonden, en ook meerdere keren afgestemd met de
vakbonden. Die afstemming is gedaan omdat eenzelfde soort uitkomst als de uwe
meerdere keren is voorgekomen in andere groepen. Het Sociaal Plan is op de
afgesproken wijze uitgevoerd.
Op basis van deze heroverweging kom ik tot het besluit om het advies van de
Begeleidingscommissie niet te volgen. De werkwijze van Fokker Techniek correct is
geweest.”
3.3.1.[appellant] heeft (samengevat) gevorderd dat de kantonrechter:
- voor recht verklaart dat hij op grond van het sociaal plan in aanmerking komt voor toepassing van de vrijwillige vertrekregeling van Fokker;
en Fokker veroordeelt:
- tot nakoming van het sociaal plan, in die zin dat Fokker hem boventallig verklaart en hem een vaststellingsovereenkomst aanbiedt tot beëindiging van zijn dienstverband met inachtneming van de geldende opzegtermijn en onder toekenning van alle voorzieningen onder artikel D, E en F van het sociaal plan, waaronder de daarin opgenomen vergoeding;
- tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten;
- tot betaling van de wettelijke rente over voornoemde voorzieningen en vergoeding;
- in de proceskosten.
3.3.3.[appellant] heeft in hoger beroep het hof gevraagd het bestreden vonnis te vernietigen. Verder heeft hij dezelfde vorderingen geformuleerd als de vorderingen die hij bij de kantonrechter had ingesteld en die hiervoor (in 3.3.1) (verkort) zijn weergegeven en verzocht om te bepalen dat Fokker overgaat tot ondertekening van de vaststellingsovereenkomst.