Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil en conclusies van partijen
4.Gronden
“[omdat] het doel van de wederverkoop van het jacht ten tijde van de aankoop daarvan reeds bestond, de verkoop van het jacht tot de normale bedrijfsactiviteiten [behoort]”, acht de inspecteur onbegrijpelijk. Gelet hierop stelt de inspecteur zich op het standpunt dat over de levering van het jacht door belanghebbende aan haar dga omzetbelasting verschuldigd is.
‘een ondernemer dieincidenteeleen gebruikt goed levert, niet is te beschouwen als wederverkoper’ [16] en de in het Besluit margeregeling gestelde voorwaarde dat (onderlijning hof)
‘elke ondernemer die in zijn bedrijfmet enige regelmaatdit soort goederen verhandelt, is aan te merken als wederverkoper’ [17] , niet, althans niet met zoveel woorden, in de btw-richtlijn zijn terug te vinden. De tekst van de btw-richtlijn legt de nadruk op het oogmerk van de wederverkoop en niet zozeer op het vereiste van regelmaat.
5.Beslissing
- bevestigt de uitspraak van de rechtbank;
- bepaalt dat van de inspecteur een griffierecht wordt geheven van € 548;
- veroordeelt de inspecteur in de kosten van het geding bij het hof van € 1.674.
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie
www.hogeraad.nl).