Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/01/354774 HA ZA 20-71)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven;
- de memorie van antwoord met producties 1 tot en met 12;
- de mondelinge behandeling van 6 maart 2023, waarbij beide partijen spreekaantekeningen hebben overgelegd;
- de bij H12-formulier van 22 februari 2023 door partij Nas Beheer toegezonden aanvullende producties 13 tot en met 18, die bij de mondelinge behandeling bij akte in het geding zijn gebracht.
3.De beoordeling
€ 71.643,24 meer verschuldigd is omdat bij de berekening van de prijs van de aandelen ook de stille reserves in aanmerking genomen moeten worden bij de bepaling van de intrinsieke waarde, terwijl voorts naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is om te rekenen met een negatieve rentabiliteitswaarde. Volgens Nas Beheer volgt dit niet uit de berekeningsformule die in artikel 6 van de aandeelhoudersovereenkomst is opgenomen en is die formule op correcte wijze toegepast.
Artikel 6 van de Aandeelhoudersovereenkomst over de prijsvaststelling van de aandelen luidt als volgt:
“1. In afwijking van het bepaalde in artikel 12 van de statuten is in alle gevallen waarin aandelen worden verkocht en geleverd aan aandeelhouders die reeds tot deze overeenkomst zijn toegetreden op de prijsvaststelling de navolgende formule van toepassing: De prijs van de aandelen is gelijk aan het een/vierde gedeelte van de som van drie maal de intrinsieke waarde en één maal de rentabiliteitswaarde, verminderd met de waarde van de cumulatief preferente aandelen en verminderd met een aftrek van tien procent wegens de beperkte verhandelbaarheid.De intrinsieke waarde is gelijk aan het groepsvermogen, voor dividend per de laatste balansdatum.De rentabiliteitswaarde is gelijk aan zes twee/derde maal het gemiddeld resultaat na belastingen over de laatstverstreken vijf boekjaren.2. Indien de aanbieding plaats vindt na 1 juli van enig jaar dan geldt voor de berekening van de waarde van de aandelen de laatst vastgestelde balans.Indien de aanbieding plaatsvindt na 1 juli van enig jaar dan geldt voor de berekening van de waarde van de aandelen de eerstvolgende balans. (…)”(hierna: de Formule).
“Na de ondertekening van deze akte hebben Verkoper sub 1.a(Bilon, toevoeging hof)
en Verkoper 1.b(Sprokkelbosch, toevoeging hof)
de mogelijkheid een procedure op te starten om juistheid van het hiervoor genoemde bedrag per aandeel te betwisten en de toen(het hof leest: ‘te doen’)
vaststellen. Indien de rechter uiteindelijk vaststelt dat de prijs per aandeel voor Verkoper sub 1.a en Verkoper sub 1.b meer bedraagt dan drie en zestig euro en acht en dertig eurocent (€ 63,38), zal de Vennootschap(Nas Beheer, toevoeging hof)
dit meerdere binnen veertien dagen nadat de betreffende rechterlijke uitspraak kracht van gewijsde heeft verkregen aan Verkoper sub 1.a respectievelijk verkoper sub 1.b uitbetalen. Eerst na verloop van die veertien dagen zal de wettelijke rente voor handelstransacties verschuldigd zijn. Indien de rechter uiteindelijk vaststelt dat de prijs per aandeel voor Verkoper sub 1.a en Verkoper 1.b minder bedraagt dan drie en zestig euro en acht en dertig eurocent (€ 63,38), zullen Verkoper sub 1.a en Verkoper sub 1.b dit mindere binnen veertien dagen nadat de betreffende rechterlijke uitspraak kracht van gewijsde heeft verkregen aan de Vennootschap uitbetalen. Eerst na verloop van die veertien dagen zal de wettelijke rente voor handelstransacties verschuldigd zijn.”(productie 6 bij dagvaarding eerste aanleg).
- om al hetgeen Bilon ter uitvoering van het bestreden vonnis heeft voldaan aan Nas Beheer terug te betalen, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de dag van betaling door Bilon tot de dag van terugbetaling;
- [persoon A] was tezamen met vier andere (indirect) aandeelhouders in Nas Beheer op grond van een arbeidsovereenkomst werkzaam voor Nas Afbouw.
- Nas Afbouw is op 18 oktober 2011 op eigen aangifte in staat van faillissement komen te verkeren. Niet betwist is dat de aandeelhouders ten tijde van de totstandkoming van de Aandeelhoudersovereenkomst en meer specifiek de in art. 6 opgenomen Formule, met de mogelijkheid van een faillissement geen rekening hebben gehouden.
-/- € 205.701,=.
€ 280.772,10 -/-
€ 2.148,00Totaal: € 4.280,38
€ 4.314,00Totaal: € 6.505,81
4.De uitspraak
- de eerste aanleg en begroot die kosten aan de zijde van Bilon tot op de datum van het bestreden vonnis van 23 december 2020 op € 4.280,38;
- het hoger beroep, en begroot die kosten aan de zijde van Bilon tot op heden op