Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1 december 2020, nummer BRE 19/2361, in het geding tussen belanghebbende en
1.Ontstaan en loop van het geding
11 februari 2022, aanvang 11:00 uur in ’s-Hertogenbosch. Aan deze zitting heeft deelgenomen en is gehoord, namens de heffingsambtenaar, [heffingsambtenaar] .
[gemachtigde] , gemachtigde van belanghebbende, heeft het hof in zijn onder 1.5 genoemde email bericht dat hij er van afziet om deel te nemen aan de zitting.
2.Feiten
3.Geschil en conclusies van partijen
4.Gronden
5.Beslissing
- verklaart het hoger beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak van de rechtbank, voor wat betreft de veroordeling van de heffingsambtenaar tot betaling aan belanghebbende van immateriële schade tot een bedrag van € 500;
- veroordeelt de heffingsambtenaar tot vergoeding van immateriële schade die belanghebbende heeft geleden tot een bedrag van € 750;
- veroordeeld de minister tot vergoeding van immateriële schade die belanghebbende heeft geleden tot een bedrag van € 250;
- bepaalt dat de heffingsambtenaar aan belanghebbende het betaalde griffierecht voor de behandeling van het hoger beroep bij het hof van € 541 vergoedt;
- veroordeelt de heffingsambtenaar in de kosten van het geding bij het hof van € 379,50.
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raadwww.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.
www.hogeraad.nl).