ECLI:NL:GHSHE:2022:2873

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
18 augustus 2022
Publicatiedatum
18 augustus 2022
Zaaknummer
200.314.507_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen wrakingsbeslissing van de rechtbank Limburg

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een wrakingsbeslissing van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond. De wrakingskamer van de rechtbank heeft op 18 juli 2022 het verzoek tot wraking van de leden van de wrakingskamer buiten behandeling gesteld. Verzoekers hebben op 19 juli 2022 medegedeeld 'voorlopig pro forma' in hoger beroep te komen tegen deze beslissing. Echter, het hoger beroep voldeed niet aan de vereisten, omdat het verzoek niet was ondertekend door een advocaat, wat verplicht is in dergelijke zaken. De wrakingskamer heeft verzoekers de gelegenheid gegeven om dit verzuim binnen twee weken te herstellen, maar er is geen reactie ontvangen. Hierdoor is het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard. De wrakingskamer heeft geen inhoudelijke beoordeling van het hoger beroep kunnen maken en een mondelinge behandeling is achterwege gelaten. De beslissing is op 18 augustus 2022 openbaar uitgesproken.

Uitspraak

beslissing

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Wrakingskamer
registratienummer wraking: 200.314.507/01
datum beslissing: 18 augustus 2022
beslissing van de wrakingskamer op het hoger beroep, ingesteld tegen de beslissing
van de wrakingskamer van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, van 18 juli 2022 (C/03/1307376 HA RK 22-189)
in de zaak van
[verzoeker sub 1] ,
wonende te [woonplaats] en
[verzoeker sub 2] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] , kantoorhoudende te [kantoorplaats] ,
vertegenwoordigd door [verzoeker sub 1] , bestuurder,
hierna te noemen: verzoekers.

1.Het procesverloop

1.1
De wrakingskamer van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, heeft bij beslissing van 18 juli 2022 het verzoek tot wraking van de leden van de wrakingskamer buiten behandeling gesteld en bepaald dat een volgend verzoek tot wraking in de zaak met zaaknummer 8977835 CV EXPL 21-293 niet in behandeling zal worden genomen.
1.2
Verzoekers hebben bij e-mail bericht van 19 juli 2022 medegedeeld ‘voorlopig pro forma’ in hoger beroep te komen tegen deze beslissing van de wrakingskamer van de rechtbank Limburg.
1.3
Bij brief van 28 juli 2022 heeft de coördinator van de wrakingskamer (per abuis verwijzend naar een brief van verzoekers van 8 februari 2022 in plaats van het e-mailbericht van 19 juli 2022) verzoekers er op gewezen dat het hoger beroep niet voldoet aan de vereisten voor het indienen daarvan nu het schriftelijk verzoek of een gelijkluidend hoger beroepschrift niet is ondertekend en ingediend door een advocaat terwijl dat in zaken als de onderhavige, waarin verplichte procesvertegenwoordiging geldt, wel verplicht is. Verzoekers zijn in de gelegenheid gesteld om dit verzuim binnen twee weken te herstellen.

2.De ontvankelijkheid van het verzoek

2.1
De wrakingskamer heeft geconstateerd dat het hoger beroep van verzoekers niet voldoet aan de vereisten voor het indienen daarvan aangezien het niet is ingediend/medeondertekend door een advocaat. Verzoekers zijn bij brief van 28 juli 2022 in de gelegenheid gesteld om dit verzuim te herstellen.
De wrakingskamer heeft geen reactie van verzoekers ontvangen.
2.2
Verzoekers hebben het verzuim niet hersteld en kunnen reeds daarom in het hoger beroep niet worden ontvangen. Verzoekers zijn bekend met de verplichting tot indiening bij advocaat uit de uitspraken van de wrakingskamer in eerdere zaken van verzoeker(s) van 22 januari 2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:1795 en 24 februari 2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:2840.
2.3
Op grond van het vorenstaande is het door verzoekers ingestelde hoger beroep niet- ontvankelijk. Gelet hierop komt de wrakingskamer niet toe aan een inhoudelijke beoordeling van het hoger beroep. Een mondelinge behandeling kan daarom achterwege blijven.

3.De beslissing

Het hof (de wrakingskamer):
verklaart verzoekers niet-ontvankelijk in het hoger beroep tegen de bestreden beslissing van de wrakingskamer van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, van 18 juli 2022;
beveelt de onverwijlde mededeling van deze beslissing aan verzoekers, haar wederpartij en de rechtbank Limburg en de rechters wier wraking was verzocht.
Deze beslissing is gegeven door mrs. J.W. van Rijkom, J.I.M.W. Bartelds en E.H. Schulten, in tegenwoordigheid van mr. L. Kramer als griffier en in het openbaar uitgesproken op 18 augustus 2022.