ECLI:NL:GHSHE:2022:2840
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen wrakingsbeslissing van de rechtbank Limburg
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een wrakingsbeslissing van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht. Verzoekers, bestaande uit een B.V. en haar bestuurder, hebben op 14 oktober 2021 een wrakingsverzoek ingediend. Dit verzoek werd op 11 november 2021 door de wrakingskamer van de rechtbank Limburg behandeld, waarna op dezelfde dag mondeling uitspraak werd gedaan. Op 8 februari 2022 hebben verzoekers aangegeven in hoger beroep te willen komen tegen deze beslissing. Echter, het hoger beroep voldeed niet aan de vereisten, omdat het niet was ingediend door een advocaat, wat verplicht is in dergelijke zaken. Verzoekers kregen de kans om dit verzuim te herstellen, maar vroegen op 21 februari 2022 om een verlenging van de termijn, wat werd afgewezen. Op 23 februari 2022 dienden zij een wrakingsverzoek in tegen de voorzitter van de wrakingskamer, wat door de wrakingskamer als misbruik van procesrecht werd beschouwd. Uiteindelijk heeft de wrakingskamer geconcludeerd dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is, omdat verzoekers het verzuim niet hebben hersteld. De beslissing werd op 24 februari 2022 openbaar uitgesproken door de wrakingskamer van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch.