Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het procesverloop
2.De ontvankelijkheid van het verzoek
in het hoger beroep van een incidentele beslissing in die zaak(de wraking) geen procesvertegenwoordiging geldt.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een wrakingsbeslissing van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, die op 28 juli 2022 werd genomen. De wrakingskamer van de rechtbank had het verzoek tot wraking van mr. H.H. Dethmers, rechter in de rechtbank Limburg, ongegrond verklaard. Verzoekers, die niet bijgestaan werden door een advocaat, hebben op 13 september 2022 een 'pro forma hoger beroep' ingesteld. De coördinator van de wrakingskamer heeft hen op 19 september 2022 gewezen op het feit dat het hoger beroep niet voldeed aan de vereisten, omdat het verzoek niet was ondertekend door een advocaat, wat verplicht is in civiele zaken. Verzoekers kregen de kans om dit verzuim binnen twee weken te herstellen, maar hebben dit niet gedaan.
De wrakingskamer heeft vastgesteld dat het hoger beroep niet ontvankelijk is, omdat het niet is ingediend door een advocaat. De verzoekers hebben in hun reactie geprobeerd te betogen dat er geen verplichte procesvertegenwoordiging geldt in de hoofdzaak, die nog in eerste aanleg is. Het hof heeft echter geoordeeld dat de wet vereist dat er procesvertegenwoordiging is in hoger beroep en dat het hof geen vrijheid heeft om partijen zonder advocaat te ontvangen. De wrakingskamer heeft geconcludeerd dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is en dat er geen inhoudelijke beoordeling van het hoger beroep kan plaatsvinden. De beslissing is op 6 oktober 2022 openbaar uitgesproken.