Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil en conclusies van partijen
4.Gronden
[het hof begrijpt: 31 maanden]. Dit betreft enerzijds de periode van 13 weken (circa 3 maanden) waarin tussen [voormalig gemachtigde] en de inspecteur overleg heeft plaatsgevonden over het sluiten van een compromis. De inspecteur heeft hierover onbetwist gesteld dat [voormalig gemachtigde] heeft toegezegd dat hij akkoord gaan met een verlenging van de redelijke termijn met bovengenoemde periode. De rechtbank ziet geen aanleiding om de redelijke termijn nog met een aanvullende 12 maanden te verlengen zoals de inspecteur heeft verzocht. Uit het dossier volgt niet dat [voormalig gemachtigde] gedurende een dergelijke periode bewust heeft afgezien van hoormogelijkheden. Wel verlengt de rechtbank de redelijke termijn met de periode tussen de uitgestelde zitting van 28 januari 2021 en de zitting van 17 juni 2021 (circa 4 maanden). De rechtbank rekent de omstandigheid dat de zitting van 28 januari 2021 geen doorgang heeft kunnen vinden toe aan belanghebbende. Deze vertraging is immers uitsluitend te wijten aan de gedragingen en het taalgebruik van [voormalig gemachtigde] .”
5.Beslissing
- verklaart het hoger beroep ongegrond;
- bevestigt de uitspraak van de rechtbank.
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie
www.hogeraad.nl).