ECLI:NL:GHSHE:2021:424
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- S. Riemens
- O.A.J.M. Lavrijssen
- G.J. Schiffers
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in hoger beroep wegens onvoldoende bewijs in verkrachtingszaak
In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 16 februari 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Oost-Brabant. De verdachte was eerder veroordeeld voor verkrachting en kreeg een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, en een taakstraf van 240 uren. De rechtbank had ook een contactverbod opgelegd en een schadevergoeding van € 3.000,06 aan de benadeelde partij toegewezen. De verdachte en de officier van justitie gingen in hoger beroep tegen dit vonnis.
Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof het vonnis zou bevestigen, maar met een zwaardere straf en een hogere schadevergoeding. De verdachte heeft vrijspraak bepleit. Het hof heeft de zaak onderzocht en geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen. De verklaringen van de aangeefster waren niet voldoende ondersteund door ander bewijs, en de verklaringen van getuigen kwamen uit één bron, wat niet voldeed aan de bewijsminimumregel.
Het hof heeft vastgesteld dat er geen forensisch medisch onderzoek heeft plaatsgevonden en dat de medische informatie over de aangeefster onvoldoende steun bood voor de beschuldigingen. De WhatsApp-berichten tussen de verdachte en de aangeefster gaven ook geen aanleiding om de verklaring van de verdachte te weerleggen. Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de rechtbank vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. De benadeelde partij is niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot schadevergoeding, en de kosten van het geding zijn op nihil begroot.