Uitspraak
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- mr. J.H.M. Verstraten namens de vrouw;
- de man, bijgestaan door mr. H. Sanli;
- de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de raad), vertegenwoordigd door mevrouw [vertegenwoordiger van de raad] .
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
- gedurende elke zaterdag;
- op maandag nadat [minderjarige] op de peuterspeelzaal is geweest, waar de man haar ophaalt, tot woensdag 17.00 uur, als de man haar weer bij de vrouw brengt;
- op de verjaardag van de man zolang [minderjarige] niet schoolgaand is; als zij wel schoolgaand is en de verjaardag van de vader in het weekend valt is ze in dat weekend bij de man;
- op vaderdag;
- het ene jaar tijdens de Kerstdagen bij de man en met Oud en Nieuw bij de vrouw en het andere jaar tijdens de Kerstdagen bij de vrouw en met Oud en Nieuw bij de man;
- gedurende de helft van de overige feestdagen en bijzondere dagen, waaronder Islamitische, en de schoolvakantie;
- op de verjaardag van de vrouw alsmede in het weekeinde waarin moederdag valt verblijft ze bij de vrouw;
vrouwverzoekt het hof de bestreden beschikking van 25 augustus 2020 te vernietigen voor wat betreft de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken, de partneralimentatie en de wijze van verdeling van de huwelijksgemeenschap als overwogen in rov. 2.8.8, 2.8.12 tot en met 2.8.15 en opnieuw rechtdoende, bij beschikking voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
manheeft verweer gevoerd. Hij verzoekt de vrouw niet-ontvankelijk te verklaren in haar hoger beroep, dan wel het hoger beroep af te wijzen, met veroordeling van de vrouw in de kosten van de procedure in hoger beroep.
vrouwheeft drie grieven gericht tegen de bestreden beschikking. Haar grieven zien op de volgende onderwerpen:
- verdeling van de zorg- en opvoedingstaken (grief 1);
- partneralimentatie (grief 2);
- schuld DUO (grief 3, onderdeel 1);
- schuld [BV] BV (grief 3, onderdeel 2);
- inboedel (grief 3, onderdeel 3).
hofzal de grieven van de vrouw hierna per onderwerp bespreken.
5.De motivering van de beslissing
vrouwvoert, kort samengevat, het volgende aan. Bij [minderjarige] is sprake van een taalachterstand. Om deze achterstand aan te pakken, heeft het consultatiebureau geadviseerd om [minderjarige] vier dagdelen per week naar de peuterspeelzaal te laten gaan. De vrouw heeft dit advies opgevolgd. [minderjarige] gaat nu op maandag-, donderdag- en vrijdagochtend naar de peuterspeelzaal. [minderjarige] moet ook op woensdagmiddag naar de peuterspeelzaal. Als gevolg van de huidige verdeling van de zorg- en opvoedingstaken is dat niet mogelijk. [minderjarige] verblijft dan bij de man en hij weigert om haar op woensdagmiddag naar de peuterspeelzaal te brengen. Hij brengt haar aan het einde van de middag rechtstreeks naar de vrouw toe. Door de weigerachtige houding van de man mist [minderjarige] elke week één dagdeel van de peuterspeelzaal. Dit is niet in haar belang. Het is goed voor haar ontwikkeling wanneer zij ook op woensdagmiddag naar de peuterspeelzaal gaat. De zorg- en contactregeling dient daarom hierop te worden aangepast.
manheeft, samengevat, het volgende aangevoerd. De huidige verdeling van de zorg- en opvoedingstaken moet gehandhaafd blijven. Er is geen aanleiding om hierin wijzigingen aan te brengen. [minderjarige] is gewend aan de huidige regeling. De regeling biedt haar structuur en regelmaat. Van een taalachterstand bij [minderjarige] is geen sprake. De vrouw is slechts bezig om ieder contact tussen hem en [minderjarige] te dwarsbomen. Met de huidige verdeling van de zorg- en opvoedingstaken moet het ook mogelijk zijn om [minderjarige] vier dagdelen naar de peuterspeelzaal te laten gaan. Zo zou zij bijvoorbeeld op maandagochtend (één dagdeel), de gehele donderdag (twee dagdelen) en op vrijdagochtend (één dagdeel) naar de peuterspeelzaal kunnen gaan.
raadheeft tijdens de mondelinge behandeling het volgende naar voren gebracht. Vanwege de mogelijke taalachterstand is het positief dat [minderjarige] vier dagdelen per week naar de peuterspeelzaal gaat. Dat is goed voor haar ontwikkeling. Het is begrijpelijk dat de man niet terug wil in contact met [minderjarige] . Een mogelijkheid is om de uren op zaterdag uit te breiden, zodat [minderjarige] op woensdagmiddag alsnog naar de peuterspeelzaal kan gaan. De raad adviseert de ouders gebruik te maken van hulpverlening om onderlinge communicatie te verbeteren. Daarvoor moeten de ouders ieder voor zich om hulp vragen bij de gemeente waarin zij wonen. In overleg met de gemeente kunnen de ouders dan bekijken of zij in aanmerking kunnen komen om een module te volgen om met elkaar te leren communiceren.
hofoverweegt als volgt.
vrouwvoert aan dat zij niet in staat is om volledig in haar levensonderhoud te voorzien. Zij heeft een beperkt inkomen, bestaande uit een bijstandsuitkering van de gemeente. Haar zorg voor [minderjarige] , de begeleiding van [minderjarige] naar de peuterspeelzaal, alsmede de omstandigheid dat zij onder behandeling is bij een psycholoog vanwege psychische problemen, betekent dat zij geen betaalde arbeid kan verrichten. Derhalve heeft zij behoefte aan een bijdrage van de man in haar levensonderhoud.
manheeft verweer gevoerd. Onder de huidige omstandigheden waarbij de man eveneens de zorg verleend aan [minderjarige] en [minderjarige] enkele dagdelen naar de peuterspeelzaal gaat, kan het standpunt van de vrouw niet gevolgd worden. De vrouw kan simpelweg werken op de dagen dat [minderjarige] bij hem is of naar de peuterspeelzaal gaat. Zij is niet afgekeurd en is gewoon in staat om te werken. Dat zij onder behandeling is van een psycholoog doet daaraan niet af. De vrouw spreekt vloeiend Nederlands en heeft geen medische beperkingen om arbeid te verrichten.
hofoverweegt als volgt.
vrouwvoert, kort samengevat, het volgende aan. Op grond van de redelijkheid en billijkheid moet de draagplicht van de schuld bij DUO bij de man worden bepaald. Zij was voorafgaand aan het huwelijk niet op de hoogte van het bestaan van de schuld. De man heeft haar daar nooit over geïnformeerd. Partijen zijn bewust later gehuwd omdat de vrouw eerder nog in de schuldsanering zat en zij in dat kader de man niet wilde belasten met haar schulden uit het verleden. Zij heeft hier uitvoerig met de man over gesproken en hierbij ook aangegeven dat zij geen nieuwe schulden mocht en wilde aangaan. Bovendien is de schuld aan DUO aan de man verknocht en dient daarom door hem gedragen te worden.
manheeft verweer gevoerd. Hij is het eens met het oordeel van de rechtbank. De vrouw was wel degelijk op de hoogte van de het bestaan van de schuld bij DUO. Als de vrouw niet draagplichtig had willen worden voor voorhuwelijkse schulden van de man, had zij op huwelijkse voorwaarden moeten trouwen en niet in gemeenschap van goederen. Van verknochtheid is geen sprake.
hofoverweegt als volgt.
niet(cursief hof) toereikend zijn om de schulden van de gemeenschap te voldoen, worden deze gedragen door beide echtgenoten ieder voor een gelijk deel, tenzij uit de eisen van redelijkheid en billijkheid, mede in verband met de aard van de schulden een andere draagplicht voortvloeit”.
vrouwvoert aan dat de schuld aan [BV] geen gemeenschapsschuld is. Er is sprake van een zakelijke schuld omdat de man deze schuld destijds in zijn hoedanigheid van vennoot van een vof is aangegaan. Een zakelijke schuld valt niet in de huwelijksgemeenschap.
manweerspreekt dat de schuld aan [BV] een zakelijke schuld betreft. Hij is deze schuld destijds als privépersoon aangegaan en niet als vennoot van de vof. Met het geleende geld, een bedrag van € 10.000,--, hebben partijen hun bruiloft, de huwelijksreis en de aanschaf van een gedeelte van de inboedel betaald. Hij lost elke maand
hofoverweegt als volgt.
6.De slotsom
7.De beslissing
- gedurende elke zaterdag van 10.00 uur tot 19.00 uur, waarbij de man haar bij de vrouw ophaalt en haar weer bij de vrouw terugbrengt;
- op maandag nadat [minderjarige] op de peuterspeelzaal is geweest, waar de man haar ophaalt, tot woensdag 13.00 uur, als de man haar naar de peuterspeelzaal brengt;
- op de verjaardag van de man zolang [minderjarige] niet schoolgaand is; als zij wel schoolgaand is en de verjaardag van de vader in het weekend valt is ze in dat weekend bij de man;
- op vaderdag;
- het ene jaar tijdens de Kerstdagen bij de man en met Oud en Nieuw bij de vrouw en het andere jaar tijdens de Kerstdagen bij de vrouw en met Oud en Nieuw bij de man;
- gedurende de helft van de overige feestdagen en bijzondere dagen, waaronder Islamitische, en de schoolvakantie;
- op de verjaardag van de vrouw alsmede in het weekeinde waarin Moederdag valt verblijft ze bij de vrouw;