Uitspraak
datum beslissing 3 juni 2021
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft verzoekster een wrakingsverzoek ingediend naar aanleiding van de afwijzing van haar verzoek om een digitale zitting om te zetten naar een fysieke zitting. Het wrakingsverzoek is niet-ontvankelijk voor zover het gericht is tegen raadsheren die niet betrokken zijn bij de behandeling van het hoger beroep. Voor de raadsheren die wel betrokken zijn, is het verzoek ongegrond, omdat de afwijzing van het verzoek om een fysieke zitting een procedurele beslissing betreft. De wrakingskamer heeft op 3 juni 2021 geoordeeld dat de beslissing om de mondelinge behandeling digitaal te houden, geen blijk geeft van vooringenomenheid. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat de procedurele beslissing om een digitale zitting te houden, niet kan worden aangemerkt als een grond voor wraking. De wrakingskamer heeft het verzoek afgewezen en bepaald dat de hoofdzaak voortgezet wordt in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het wrakingsverzoek.