Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
- in de administratie van belanghebbende zijn facturen uit 2013 aangetroffen, waarop omzetbelasting staat vermeld, die niet in de ingediende aangiften 2013 is verantwoord. De omzetbelasting op deze facturen beloopt in totaal € 56.700 (hierna: correctie 1);
- in 2012 is ten onrechte voorbelasting geclaimd, tot een bedrag van € 2.467, in verband met verricht schilderwerk (hierna: correctie 2); en
- op 15 januari 2016 is aan belanghebbende een brief gezonden waarin het voornemen tot het opleggen van een vergrijpboete vanwege voorwaardelijke opzet van 50% en de daarbij in aanmerking genomen gedragingen zijn meegedeeld en belanghebbende in de gelegenheid is gesteld binnen 14 dagen hierop te reageren.
3.Geschil en conclusies van partijen
4.Gronden
5.Beslissing
- vernietigt de uitspraak van de Rechtbank;
- verklaart het bij de Rechtbank ingestelde beroep ongegrond;
- vermindert de boete tot € 5.400; en
- veroordeelt de Minister tot vergoeding aan belanghebbende van de aan de behandeling van het hoger beroep toerekenbare immateriële schade bepaald op € 250.
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raadwww.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie
www.hogeraad.nl).