18.54De Opel Corsa rijdt de openbare weg op.
7. Een rapport “Pathologie onderzoek naar aanleiding van een mogelijk niet natuurlijke dood” van het Nederlands Forensisch Instituut, d.d. 26 augustus 2015 opgemaakt door [NFI mederwerker] , arts en patholoog, opgenomen in de map FTO, als bijlage gevoegd bij het eindproces-verbaal, pagina’s 129 t/m 141, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
1. Overledene
Naam [slachtoffer]
Geboortedatum [geboortedatum 2]
Geboorteplaats Rotterdam
3. Vraagstelling
In opdracht van de officier van justitie in Zeeland-West-Brabant werd nagegaan de oorzaak van de dood en hetgeen verder van belang mocht blijken.
6. Interpretatie van resultaten
Bij sectie werden aan het lichaam als gevolg van bij leven opgelopen uitwendig inwerkend perforerend geweld in totaal 7 schotverwondingen aangetroffen. Er waren drie doorschoten en één inschotverwonding. Er waren aan het hoofd twee doorschoten. Deze letsels zijn op de tekening (het hof: pagina 128 van het eindproces-verbaal) aangegeven met A t/m G. Letsel A betrof een ronde huidperforatie gelokaliseerd in de behaarde hoofdhuid rechtsachter. Letsel B betrof een ronde huidperforatie gelokaliseerd in de behaarde hoofdhuid/nek rechts. B2: In relatie met letsel A (behaarde hoofd rechts) was een schotkanaal van rechts naar links door het hoofd naar letsel C en D. In relatie tot letsel B (behaarde hoofd rechts) was er een schotkanaal van rechts naar links door het hoofd. Er was een overlap met het schotkanaal beschreven onder B2. Het oplopen van deze schotletsels verklaart het overlijden zondermeer op grond van functieverlies van de hersenen en de hersenstam.
7. Conclusie
[slachtoffer] , 27 jaar oud geworden, is overleden als gevolg van verwikkelingen van meermalen bij leven opgelopen uitwendig inwerkend perforerend geweld (schotverwondingen) op het lichaam.
8. Een proces-verbaal van verhoor getuige, d.d. 18 augustus 2015 opgemaakt door [verbalisant 10] , verbalisant van politie, dossierpagina’s 469 t/m 474, voor zover inhoudende als verklaring van [getuige 1] , zakelijk weergegeven:
Op maandag 17 augustus 2015, ongeveer 19.00 uur, hooguit 19.15 uur, was ik op vliegbasis Gilze-Rijen bij de auto hobbyclub. Ik was naar binnen gelopen om mij te melden en liep daarna terug naar mijn auto om de auto binnen te rijden. Op dat moment hoorde ik twee schoten afgaan.
Ik keek in de richting van waar het schot vandaag kwam, van het crashhek van de vliegbasis. Dit is net voor de kruising Broekstraat met de Lijndonk. Ik zag een persoon rennen voor zijn leven. Ik zag dat deze persoon over de Broekstraat rende in de richting van Molenschot. Ik zal deze persoon 1 noemen. Ik zag nog een persoon die deze rennende persoon 1 achterna zat. Ik zal deze persoon 2 noemen. Ik keek weer richting het crashhek. Ik zag twee geparkeerde voertuigen staan. Ik ben samen met [getuige 2] gebukt in de richting van de voertuigen gelopen. De auto die het dichtst bij het crashhek stond, was een witte SUV waarvan de kofferbak geopend was.
Ik had [wachtcommandant] aan de telefoon, de wachtcommandant. Ik had hem gelijk gebeld toen ik de schoten hoorde.
Het schieten hield na de eerste twee schoten niet op. De twee personen verdwenen uit het zicht. Daarna hoorde ik weer twee schoten vallen. De tijdsduur tussen de eerste twee schoten en de tweede twee schoten bedroeg ongeveer een halve minuut. Toen was het een halve minuut tot een minuut stil. Ik hoorde vervolgens zeker drie tot vier schoten achter elkaar. Ik had geen andere personen gezien op het moment dat deze twee personen aan het rennen waren in de directe omgeving.
De witte SUV, voertuig 1, had een Belgische kentekenplaat. Voertuig 2 was een zwarte Opel Corsa met een Nederlandse kentekenplaat. Ik had de kentekens gelijk doorgebeld naar de wachtcommandant [wachtcommandant] Voertuig 1 is een Belgisch kenteken [kenteken 1] . Ik weet niet zeker of het een Q8 of een Q6 was. Het kenteken van de Opel Corsa is [kenteken 2] .
[getuige 2] zei: die witte Audi is weg. Toen zijn [getuige 2] en ik de Broekstraat gaan volgen. Ik zag toen aan de overzijde van de Broekstraat iets in de bosjes liggen waarvan ik dacht dat het een mens was, persoon 1. Ik dacht de kleur van de bovenkleding te herkennen. Deze was heel lichtgrijs, crèmekleurig. Die witte Audi, voertuig 1, die was vertrokken, kwam nog een keer langsrijden. Ik zag dat voertuig 1 langzaam reed en langs het crashhek reed. Toen de bestuurder ons zag, zag ik dat voertuig 1 zijn snelheid verhoogde en hard wegreed over de Lijndonk in de richting van Bavel. Ik heb buiten de bestuurder niemand in voertuig 1 gezien.
De bestuurder had golvend, donker naar achteren gekamd haar.
9. Een proces-verbaal van telefonisch verhoor getuige, d.d. 19 augustus 2015 opgemaakt door [verbalisant 11] inspecteur van politie, dossierpagina’s 475 en 476, voor zover inhoudende als verklaring van [getuige 1] , zakelijk weergegeven:
Ik nam op woensdag 19 augustus 2015 contact op met de eerder gehoorde getuige [getuige 1] . Hij hoorde op maandag 17 augustus 2015 omstreeks 19.15 uur de eerste schoten en nam direct telefonisch contact op met de wachtcommandant.
Ten einde met dit tijdstip bekend te raken, nam ik telefonisch contact op met de getuige.
De getuige [getuige 1] verklaarde: Daar heb ik gisteren nog over gesproken en in mijn telefoon nagekeken. Dat was te 19.19 uur.
10. Een proces-verbaal van verhoor getuige, d.d. 17 augustus 2015 opgemaakt door [verbalisant 6] , hoofdagent van politie, dossierpagina’s 484 t/m 486, voor zover inhoudende als verklaring van [getuige 2] , zakelijk weergegeven:
Maandag 17 augustus 2015 was ik werkzaam op de vliegbasis te Gilze Rijen. Mijn collega [getuige 1] was bezig in de auto hobby club. Wij stonden daar buiten te praten en ik hoorde knallen c.q. schoten. Op een gegeven moment zag ik buiten het hek iemand hard wegrennen. Ik zag dat hij iets van wit of licht van kleur aan had. Ik hoorde toen nog meer schoten. Ik denk dat ik ongeveer 5 á 7 schoten heb gehoord. Ik ben toen samen met [getuige 1] gaan rennen langs het hek in de richting van het uitvalshek. Ik zag dat er een zwartkleurige Opel Corsa bij het hek stond en dat er ook een witkleurige personenauto merk Audi bij stond. Ik zag dat de achterklep van de Audi open stond en dat er verder niemand bij de auto’s was. De Opel Corsa stond met draaiende motor en had de verlichting nog aan. Hierna zijn wij langs het hek terug gelopen en toen zag ik wel iemand liggen. Hierna zijn we weer teruggelopen naar het uitvalshek en toen was de witkleurige Audi weg. Toen zagen wij de witkleurige Audi langsrijden en die reed vol gas weg, vermoedelijk had de bestuurder ons zien staan.
11. Een proces-verbaal van verhoor getuige, d.d. 25 augustus 2015 opgemaakt door [verbalisant 12] en [verbalisant 13] , beiden brigadier van politie, dossierpagina’s 487 t/m 494, voor zover inhoudende als verklaring van [getuige 2] , zakelijk weergegeven:
V: vraag verbalisant
A: antwoord getuige
A: Ik stond samen met mijn collega bij de autohobbyclub. We hoorden dat er geschoten werd. Toen mijn collega ook zei dat er geschoten werd, zagen we een persoon de Broekstraat op rennen. Die persoon rende en keek een paar keer achter om.
V: op dat moment zie jij dat er een man voorbij rent die diverse keren omkijkt. En jij had het idee dat hij voor iets of iemand op de vlucht was.
A: Die man had iets lichts aan.
V: Jij hebt schoten gehoord, je ziet de man rennen, hij kijkt achterom en jij hebt de indruk dat hij achterna gezeten werd.
A: Ja.
12. Een proces-verbaal van verhoor getuige, d.d. 17 augustus 2015 opgemaakt door [verbalisant 6] voornoemd, dossierpagina’s 498 t/m 501, voor zover inhoudende als verklaring van [getuige 3] , afgelegd op 17 augustus 2015, zakelijk weergegeven:
Vandaag werd ik gebeld door mijn wachtcommandant op de vliegbasis Gilze Rijen. Ik had vlak voor dat telefoontje schoten gehoord. Ik denk dat ik een of twee schoten heb gehoord. Ik ben gaan aanrijden naar de locatie waar de schoten vandaan kwamen, achter de auto hobby club bij het zogenaamde uitvalshek. Ik was daar omstreeks 19.30 uur.
Toen ik ter plaatse was, zag ik een zwarte auto staan, merk Opel, type Corsa. Ik ben samen met [getuige 1] langs het hek gelopen in de richting van het slachtoffer. Ik ben daarna teruggelopen naar het uitvalshek. Toen zag ik een personenauto merk Audi, type Q, wit van kleur. Ik zag dat de Audi een Belgisch kenteken had. Ik zag dat toen de bestuurder van de Audi ons zag staan achter het hek, hij vol gas gaf en hard weg reed in de richting van Molenschot.
13. Het relaasproces-verbaal Forensisch Onderzoek, d.d. 15 april 2016 gesloten door [buitengewoon opsporingsambtenaar 1] buitengewoon opsporingsambtenaar, en [inspecteur 1] , inspecteur van politie, opgenomen in de map FTO, als bijlage gevoegd bij het eindproces-verbaal, pagina’s 1 t/m 17, voor zover inhoudende als relaas van bevindingen en verrichtingen van de betreffende verbalisanten, zakelijk weergegeven:
Op 17 augustus 2015 werd een onderzoek gestart naar de aanleiding van een doodslag/moord op een persoon, gepleegd op 17 augustus 2015.
De plaats delict werd in twee stukken opgedeeld, genoemd PD1 en PD2, later uitgebreid naar PD3.
PD1 aantreffen slachtoffer.
Het onderzoek rondom het aantreffen van het slachtoffer is gestart op de openbare weg, de Broekstraat, binnen de gemeente Gilze en Rijen. De Broekstraat is gelegen tussen de Lijndonk en de Heideweg. Aan de Broekstraat werd een stoffelijk overschot aangetroffen.
PD2 aantreffen voertuig slachtoffer
Aan de Lijndonk werd een zwartkleurige personenauto van het merk Opel, type Corsa, voorzien van het Nederlands kenteken [kenteken 2] aangetroffen.
PD3 aantreffen patroon
Tussen PD1 en PD2 werd op 18 augustus 2015 een patroon aangetroffen.
14. Een proces-verbaal Sporenonderzoek, d.d. 21 oktober 2015 opgemaakt door [verbalisant 14] , hoofdagent van politie, en [inspecteur 2] , inspecteur van politie, opgenomen in de map FTO, als bijlage gevoegd bij het eindproces-verbaal, pagina’s 18 t/m 25, voor zover inhoudende als relaas van bevindingen en verrichtingen van de betreffende verbalisanten, zakelijk weergegeven:
Onderzoek is verricht op een openbare weg, de Broekstraat in Molenschot, gemeente Gilze en Rijen (het hof begrijpt PD1)
Wij zagen dat aan de linkerzijde vier pylonen op de weg stonden.
Wij zagen dat aan de rechterzijde op het asfalt een grote bloedplas aanwezig was. Wij zagen in de berm aan de rechterzijde het lichaam van [slachtoffer] liggen. Wij zagen dat betrokkene in de struiken lag, met zijn hoofd in de richting van de weg. Wij zagen dat het gras in de berm rechts van betrokkene vanaf de weg tot aan de plaats waar betrokkene lag platgedrukt was en dat er bloed op het gras en plantenmateriaal aanwezig was. Wij zagen dat in de bloedpoel weefsel aanwezig was. Wij zagen dat ter hoogte van de bloedpoel een gedeformeerd projectiel op de weg lag. Wij zagen in de bloedpoel ook twee ronde beschadigingen in de slijtlaag van het wegdek. De afstand tussen deze ronde beschadigingen bedroeg ongeveer zes tot zeven centimeter. Wij zagen in deze ronde beschadigingen residu en versplinterde fragmenten die wij herkenden als botdeeltjes, manteldeeltjes en looddeeltjes.
Door ons werden de pylonen weggehaald. Wij zagen dat onder de pylonen hulzen lagen. De hulzen werden veiliggesteld en in beslag genomen (SIN AAIL9184NL, AAIL9185NL, AAIL9187NL en AAIL9186NL).
Onderzoek lichaam
Wij zagen aan de linkerzijde van het hoofd twee huidperforaties, die passend waren bij schotbeschadigingen. Wij zagen schaafverwondingen op de buik van betrokkene en gras en plantenmateriaal.
Wij zagen tevens een huidperforatie in de linker bovenarm, passend bij een schotverwonding.
Gelet op bovenstaande kan door ons het volgende gesteld worden:
- op de Broekstraat is minimaal vier keer met een vuurwapen geschoten;
- [slachtoffer] is hierbij in zijn arm en hoofd geraakt;
- het aangetroffen bloedbeeld zou passend kunnen zijn bij het scenario dat [slachtoffer] eerst in zijn arm is getroffen, is gaan bloeden, zich verplaatst heeft en vervolgens in zijn hoofd is getroffen, waarna hij enige tijd bloedend op het wegdek heeft gelegen. Bij de lijkschouw werd vastgesteld dat de afstand tussen de schotverwondingen in het hoofd ongeveer overeenkwam met de afstand tussen de gaten in het wegdek.
- de schaafverwondingen op de buik van [slachtoffer] en het feit dat betrokkene door ter plaatse gekomen politiepersoneel op zijn buik was aangetroffen, is passend bij het scenario dat betrokkene op enig moment op zijn buik op de weg terecht is gekomen en op zijn buik van de weg naar de berm is gesleept.
15. Een proces-verbaal Sporenonderzoek, d.d. 5 november 2015 opgemaakt door [inspecteur 3] , inspecteur van politie, en [buitengewoon opsporingsambtenaar 2] , BOA domein generieke opsporing, beiden werkzaam als Senior Forensische Opsporing, opgenomen in de map FTO, als bijlage gevoegd bij het eindproces-verbaal, pagina’s 26 t/m 31, voor zover inhoudende als relaas van bevindingen en verrichtingen van de betreffende verbalisanten, zakelijk weergegeven:
Op maandag 17 augustus 2015 waren wij verbalisanten aanwezig op de kruising Lijndonk-Broekstraat te Gilze-Rijen (PD2). PD2 was op en aan de Lijndonk gelegen, tussen de kruising Broekstraat-Lijndonk tot voor bij de inrit van de Lijndonk naar de ‘Gilze-Rijen Military Air Base’, waarbij deze inrit is afgesloten met een metalen hek. Op de inrit stond een zwartkleurige personenauto van het merk ‘Opel’, type ‘Corsa’, voorzien van het Nederlandse kenteken [kenteken 2] . Tijdens het onderzoek troffen wij op het wegdek en in de berm ten noordoosten van het wegdek twee patronen (nr. 1 SIN AAGW3934NL en nr. 3 SIN AAGW3936NL) en twee hulzen aan (nr. 2 SIN AAGW3935NL en nr. 4 SIN AAGW3937NL). Op de inrit troffen wij een patroon (nr. 11 SIN AAGW3940) en een huls (nr. 12 AAGW3927NL) aan.
Wij zagen dat alle aangetroffen hulzen en /of patronen van het merk “Luger”, type “Sellier & Bellot” van het kaliber 9 millimeter waren.
Veiligstellen goederen uit de Opel Corsa
Wij troffen op de passagiersstoel voor in de auto een zwart met bruin geblokte schoudertas aan. Wij troffen in het voorste vakje een paspoort aan. Op de houderpagina zagen wij dat dit paspoort toebehoort aan [slachtoffer] (het hof begrijpt: [slachtoffer] ).
16. Een proces-verbaal Sporenonderzoek, d.d. 19 december 2015 opgemaakt door [buitengewoon opsporingsambtenaar 1] , buitengewoon opsporingsambtenaar, en [inspecteur 1] , inspecteur van politie, opgenomen in de map FTO, als bijlage gevoegd bij het eindproces-verbaal, pagina’s 43 en 44, voor zover inhoudende als relaas van bevindingen en verrichtingen van de betreffende verbalisanten, zakelijk weergegeven:
Onderzoek werd verricht in de omgeving van de Broekstraat en de Lijndonk te Molenschot, binnen de gemeente Gilze en Rijen (het hof begrijpt PD3). Gezien vanaf de t-splitsing van de Lijndonk kijkende in de richting van de Broekstraat bevond zich aan de rechterzijde van de t-splitsing een grasveldje. Aan de achterzijde van dit grasveldje grensde het bosgebied van de Broekstraat en aan de rechterzijde het hekwerk van de militaire vliegbasis.
Wij zagen op de openbare weg van de Broekstraat, ter hoogte van de overgang van het grasveld naar het bosgebied, een patroon liggen. Wij zagen dat het een patroon van het merk S&B en kaliber 9 millimeter was. Door ons werd het patroon veiliggesteld (SIN AAFW2664NL).
17. Een rapport ‘Munitieonderzoek naar aanleiding van een schietincident in Gilze en Rijen op 17 augustus 2015’ van het Nederlands Forensisch Instituut, d.d. 30 oktober 2015 opgemaakt door [NFI mederwerker] , NFI-deskundige wapens en munitie, opgenomen in de map FTO, als bijlage gevoegd bij het eindproces-verbaal, pagina’s 150 t/m 162, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Te onderzoeken materiaal
Ontvangen van Forensische Opsporing Politie Eenheid Zeeland-West-Brabant
SIN Omschrijving SVO’s zoals op aanvraag
AAFW2664NL Munitie (Patroon)
AAGW3927NL Munitie (Huls)
AAGW3934NL Munitie (Patroon)
AAGW3935NL Munitie (Huls)
AAGW3936NL Munitie (Patroon)
AAGW3937NL Munitie (Huls)
AAGW3940NL Munitie (Patroon)
AAIL9184NL Munitie (Huls)
AAIL9185NL Munitie (Huls)
AAIL9186NL Munitie (Huls)
AAIL9184NL Munitie (Huls)
Vergelijkend onderzoek hulzen
Hypothese 1: De hulzen zijn verschoten met één en hetzelfde vuurwapen.
Hypothese 2: De hulzen zijn verschoten met twee of meerdere vuurwapens van hetzelfde kaliber en met dezelfde systeemkenmerken.
Vergelijkend onderzoek patronen
Hypothese 5: De doorlaadsporen in de patronen zijn afkomstig van één en hetzelfde vuurwapen.
Hypothese 6: De doorlaadsporen in de patronen zijn afkomstig van twee of meerdere andere vuurwapen(s) van hetzelfde kaliber en met dezelfde systeemkenmerken.
Conclusie
De bevindingen van het vergelijkend hulsonderzoek zijn extreem veel waarschijnlijker wanneer hypothese 1 waar is, dan wanneer hypothese 2 waar is.
De bevindingen van het vergelijkend onderzoek voor de patronen (AAFW2664NL, AAGW3934NL en AAGW3936NL) zijn extreem veel waarschijnlijker wanneer hypothese 5 waar is, dan wanneer hypothese 6 waar is.
18. Een proces-verbaal Sporenonderzoek, d.d. 18 december 2015 opgemaakt door [verbalisant 14] , hoofdagent van politie, en [inspecteur 1] , inspecteur van politie, opgenomen in de map FTO, als bijlage gevoegd bij het eindproces-verbaal, pagina’s 58 t/m 59, voor zover inhoudende als relaas van bevindingen en verrichtingen van de betreffende verbalisanten, zakelijk weergegeven:
Op vrijdag 21 augustus 2015 werd door ons verbalisanten als forensisch onderzoekers de kleding van slachtoffer [slachtoffer] verpakt.
De volgende sporen/stukken van overtuiging werden in het belang van de bewijsvoering en/of nader onderzoek veiliggesteld:
SIN AAIT9847NL, kleding (Broek), 1 spijkerbroek
19. Een rapport ‘Onderzoek naar biologische sporen en DNA-onderzoek naar aanleiding van een schietincident met dodelijke afloop gepleegd in Gilze en Rijen op 17 augustus 2015’ (met bijlage DNA-profielcluster 34164) van het Nederlands Forensisch Instituut, d.d. 27 november 2015 opgemaakt door [NFI mederwerker] , NFI-deskundige forensisch onderzoek van biologische sporen en DNA, opgenomen in de map FTO, als bijlage gevoegd bij het eindproces-verbaal, pagina’s 163 t/m 166, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Broek AAIT9847NL
De achterzijde van de onderkant van de broekspijpen is bemonsterd. Deze bemonsteringen zijn veiliggesteld als AAIT9847NL#03 (linkerbroekspijp) en #04 (rechterbroekspijp).
Onderstaand onderzoeksmateriaal is onderworpen aan een DNA-onderzoek:
AAIT9847NL#03 bemonstering achterzijde linkerbroekspijp
AAIT9847NL#04 bemonstering achterzijde rechterbroekspijp
De DNA-profielen van de onderstaande personen zijn betrokken bij het vergelijkend DNA-onderzoek:
RAAE4649NL Slachtoffer [slachtoffer] (geboren op 18 juni 1988)
RAAS3197NL Verdachte [verdachte] (geboren op 27 juli 1974)
SIN
Beschrijving DNA-profiel/ celmateriaal kan afkomstig zijn van
Matchkans DNA-profiel
AAIT9847NL#03
Geen voor vergelijkend DNA-onderzoek geschikt DNA-profiel verkregen
-
AAIT9847NL#4
DNA-mengprofiel
DNA-hoofdprofiel
[verdachte]
Kleiner dan één op één miljard
20. Een rapport ‘DNA-onderzoek’ van het TMFI, d.d. 17 maart 2016 opgemaakt door [NFI mederwerker] , forensisch DNA-deskundige, opgenomen in de map FTO, als bijlage gevoegd bij het eindproces-verbaal, pagina’s 172 t/m 179, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven: