ECLI:NL:GHSHE:2020:1622
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verbetering van een arrest inzake schadevergoeding weduwen- en wezenuitkering na beëindiging dienstverband
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch aanhangig was, ging het om een vordering gericht op schadevergoeding in verband met de weduwen- en wezenuitkering na de beëindiging van het dienstverband van de echtgenoot van de appellante. De appellante, die optreedt voor zichzelf en als wettelijk vertegenwoordiger van haar minderjarige zoon, heeft de procedure aangespannen tegen TÜV Nederland QA B.V. De zaak betreft een arrest dat op 21 april 2020 is gewezen, maar dat op 19 mei 2020 is verbeterd. Tijdens de procedure is gebleken dat er enkele verschrijvingen in de rechtsoverwegingen van het arrest stonden, die om verbetering vroegen. Het hof heeft vastgesteld dat de echtgenoot van de appellante op 14 januari 2013 door zelfdoding is overleden en dat er tijdens zijn dienstverband bij TÜV een partner- en wezenpensioen was verzekerd. Het hof heeft besloten dat de verbeteringen aan de rechtsoverwegingen niet verder toelichting behoeven, gezien de aard van de verschrijvingen. De verbeteringen zijn door het hof vastgesteld en zullen worden vermeld op de minuut van het arrest van 21 april 2020. De uitspraak is openbaar gedaan door de rolraadsheer op 19 mei 2020.