3.1.Het hof gaat uit van de volgende feiten:
a) Dexia Bank Nederland N.V. is na een fusie met haar aandeelhouder verdwenen als rechtspersoon. Dexia is haar rechtsopvolger onder algemene titel. Dexia is tevens rechtsopvolger onder algemene titel van onder meer Bank Labouchère N.V. en Legio-Lease B.V. (hierna: Legio-Lease). Waar hierna sprake is van Dexia worden daaronder ook haar rechtsvoorgangers begrepen.
b) [appellant] heeft als lessee leaseovereenkomsten gesloten met Legio-Lease, te weten:
- de overeenkomst van 9 mei 1997 genaamd ‘WinstVerdubbelaar’, contractnummer [contractnummer 1] , met een leasesom van (omgerekend) € 6.578,50, een looptijd van 60 maanden en een termijnbedrag van (omgerekend) € 44,96 per maand;
- de overeenkomst van 25 september 1997 genaamd ‘FeestPlan’, contractnummer [contractnummer 2] , met een leasesom van (omgerekend) € 9.216,82, een looptijd van 120 maanden en een termijnbedrag van (omgerekend) € 45,84 per maand;
(hierna: de overeenkomsten).
c) Daarnaast heeft [appellant] als lessee met Dexia nog vier – niet in geschil zijnde – overeenkomsten gesloten.
d) [appellant] was ten tijde van het aangaan van de overeenkomsten gehuwd met [de echtgenote ] (hierna: de/zijn echtgenote). Bij brief van 24 maart 2003 heeft de echtgenote aan Dexia onder meer geschreven:
“In de afgelopen jaren zijn tussen mijn echtgenoot en uw bank (c.q. uw rechtsvoorgangers) een aantal effectenleasecontracten tot stand gekomen. Het gaat daarbij – voorzover ik kan nagaan – om de volgende contracten: (…)
Profit Effect
[contractnummer 3]
De door mijn echtgenoot getekende contracten zijn zonder mijn toestemming gesloten, hoewel zij op grond van artikel 1:88 BW mijn toestemming behoefden.
Nu mijn toestemming ontbreekt beroep ik mij op de vernietigingsgrond als opgenomen in artikel 1:89 BW, hetgeen tot gevolg heeft dat alle zonder mijn toestemming gesloten overeenkomsten met terugwerkende kracht geacht moeten worden niet tot stand te zijn gekomen.
Op grond van het bovenstaande verzoek ik u dan ook – en voor zover nodig sommeer ik u – de door mijn echtgenoot betaalde termijnen terug te storten op het u bekende rekeningnummer, zijnde de rekening waarvan de termijnen automatisch door u zijn geïncasseerd.
Mocht ik de desbetreffende betalingen niet binnen 14 dagen na heden van u ontvangen, dan zal ik juridische stappen ondernemen en houd ik uw bank aansprakelijk voor alle kosten die ik daarvoor moet maken.”
e) Bij brief van 23 mei 2006 respectievelijk bij brief van 23 juni 2006 aan Dexia heeft de echtgenote de vernietiging ingeroepen van (onder meer) de overeenkomst met contractnummer [contractnummer 2] respectievelijk de overeenkomst met contractnummer [contractnummer 1] .
f) [appellant] heeft tijdig een opt-out verklaring uitgebracht zodat hij niet gebonden is aan de op 25 januari 2007 door het gerechtshof Amsterdam algemeen verbindend verklaarde WCAM-overeenkomst met Dexia.
3.2.1.In eerste aanleg heeft [appellant] in conventie gevorderd, samengevat:
1. een verklaring voor recht dat de overeenkomsten rechtsgeldig zijn vernietigd;
2. veroordeling van Dexia om al hetgeen [appellant] krachtens die overeenkomsten aan Dexia heeft betaald, aan hem terug te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente daarover (primair) telkens vanaf de dag van de door [appellant] gedane betalingen, of (subsidiair) vanaf een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen datum;
3. veroordeling van Dexia tot betaling van de door [appellant] aan Leaseproces verschuldigde buitengerechtelijke kosten op basis van de offerte van Leaseproces, althans van een door de kantonrechter te bepalen bedrag;
met veroordeling van Dexia in de proceskosten.
3.2.2.Aan zijn hiervoor onder 1 en 2 genoemde vorderingen heeft [appellant] ten grondslag gelegd dat zijn echtgenote de overeenkomsten heeft vernietigd op grond van artikel 1:88 BW e.v. Het hof begrijpt dat [appellant] zich daarbij op het standpunt stelt dat de vernietiging van die overeenkomsten tot gevolg heeft dat Dexia al hetgeen [appellant] op grond van deze overeenkomsten aan Dexia heeft betaald, als onverschuldigd betaald aan hem moet terugbetalen.
3.2.3.Dexia heeft in reconventie gevorderd, samengevat, een verklaring voor recht dat de overeenkomsten rechtsgeldig tot stand zijn gekomen, niet zijn vernietigd en niet bloot staan aan vernietiging op enige grond waarop van de zijde van [appellant] een beroep kan worden gedaan, met veroordeling van [appellant] in de proceskosten.
3.2.4.In het bestreden vonnis heeft de kantonrechter in conventie de vorderingen van [appellant] afgewezen en in reconventie de vordering van Dexia toegewezen. [appellant] is in conventie en in reconventie veroordeeld in de proceskosten.