Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
14.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 14 augustus 2018;
- het deskundigenbericht van J.J.G. van der Voort ( [accountancy] Accountancy);
- het deskundigenbericht van ing. P.J.H.B. Willemsen ( [ingenieurs] Ingenieurs);
- de memorie na deskundigenbericht van [appellante] , met een productie;
- de memorie van antwoord na deskundigenbericht van [geïntimeerde] .
15.De verdere beoordeling
[geïntimeerde] te veroordelen om aan [appellante] te vergoeden – tegen behoorlijk bewijs van kwijting – de door [appellante] ten gevolge van het te laat gebruiksklaar opleveren van de stal geleden gevolgschade van € 190.000,00, althans ten belope van het bedrag vast te stellen door één of meer door uw Hof te benoemen deskundige(n), subsidiair de schade op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet. Mede gelet op de betwisting door [geïntimeerde] dat de gevolgschade inderdaad € 190.000,00 bedroeg, heeft het hof overeenkomstig de vordering van [appellante] een deskundige, Van der Voort, benoemd om een concreet schadebedrag vast te kunnen stellen. De vraag die nu voorligt is of dit op grond van de ter beschikking staande gegevens in dit arrest mogelijk is.
mogelijkheiddat [appellante] schade heeft geleden door de te late oplevering niet aannemelijk is. Doordat [geïntimeerde] de stal niet op 1 maart 2011 maar pas op 29 december 2011 aan [appellante] ter beschikking heeft gesteld, had [appellante] niet de kans om in de tussenliggende periode gebruik te maken van de nieuwe stal naast de oude stal. Niet aangenomen kan worden dat [appellante] dit in het geheel niet zou hebben gedaan. Niet uitgesloten kan worden dat [appellante] inderdaad op enig moment varkensrechten zou gaan leasen om in beide stallen te produceren, ook indien dit aanvankelijk niet de bedoeling was. Het hof verwerpt dan ook het standpunt van Van der Voort (en van [geïntimeerde] ) dat [appellante] geen schade kan hebben geleden doordat de oude locatie gewoon doordraaide. Van der Voort maakt op dit punt nog melding van de VIV-regeling. Voor zover [geïntimeerde] de stelling heeft betrokken dat in verband met de VIV-regeling de nieuwe stal niet zou worden gebruikt naast de oude stal, heeft zij deze in deze procedure onvoldoende concreet uitgewerkt.