Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
[toevoeging Hof: van de Rechtbank]zijn partijen het eens over de volgende aangelegenheden:
binnen zes weken na dagtekeningaf te handelen bij gebreke daarvan wordt een beroepschrift ingediend.’.
3.Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
Moet bij de belastingheffing rekening worden gehouden met de omstandigheid dat een deel van de in 2010 uitbetaalde Anw-uitkering van € 34.062 betrekking heeft op het jaar 2008?Belanghebbende heeft gesteld een tariefsnadeel te lijden door het volledig in aanmerking nemen van de Anw-uitkering in 2010. Belanghebbende bepleit toepassing van een lager tarief door middel van ‘de uitsmeerregeling voor nabetaalde inkomsten’ of door toepassing van de hardheidsclausule. De Inspecteur heeft daar tegen ingebracht dat de uitsmeerregeling niet van toepassing is, omdat belanghebbendes verzoek om toepassing daarvan prematuur is en belanghebbende geen binnenlands belastingplichtige is. De Inspecteur acht ook geen mogelijkheid voor toepassing van de hardheidsclausule aanwezig.
Heeft belanghebbende in 2010 nagenoeg zijn volledige belastbare inkomen in Nederland verworven, waardoor hij zijn negatieve inkomsten uit de in Duitsland gelegen eigen woning in Nederland in aftrek kan brengen?
Had de Rechtbank de procedures BRE 15/6219 (inhoudelijk beroep) en BRE 15/7623 (ingebrekestelling/dwangsombeschikking) gelijktijdig moeten behandelen?
Heeft het aanwezig zijn van een vaste inrichting in Nederland gevolgen?
4.Gronden
5.Beslissing
- vernietigtde uitspraak van de Rechtbank voor zover de Rechtbank heeft nagelaten te beslissen over de dwangsombeschikking;
- verklaarthet bij de Rechtbank ingestelde beroep tegen de dwangsombeschikking alsnog ongegrond;
- bevestigtde uitspraak van de Rechtbank voor het overige;
- gelastdat de Inspecteur aan belanghebbende het door deze ter zake van de behandeling van het hoger beroep bij het Hof betaalde griffierecht ten bedrage van € 126 vergoedt.