4.4.De omkering en verzwaring van de bewijslast heeft tot gevolg dat op belanghebbende de last rust overtuigend aan te tonen dat en in hoeverre de navorderingsaanslagen onjuist zijn. Belanghebbende heeft aangevoerd dat zij geen inkomsten uit hennepteelt heeft genoten. Gelet op het overwogene onder 4.3 is belanghebbende daarmee niet geslaagd in de op haar rustende bewijslast. Het voorgaande neemt echter niet weg dat de navorderingsaanslagen niet naar willekeur mogen zijn vastgesteld en dienen te berusten op een redelijke schatting. Dat laatste is naar het oordeel van het Hof niet het geval. De Inspecteur is bij het opleggen van de navorderingsaanslagen uitgegaan van vijf oogsten in het onderhavige jaar. Voor de onderbouwing van de daaraan toerekenbare opbrengsten heeft de Inspecteur verwezen naar het rapport ‘berekening wederrechtelijk verkregen voordeel Hennep ex artikel 36e,, 2de lid Sr’ met kenmerknummer [nummer 2] . Het aldaar berekende voordeel is gebaseerd op rapportage van het BOOM. Het Hof acht dit alles redelijk. Dat geldt echter niet voor het niet in aanmerking nemen van de kosten en lasten die toerekenbaar zijn aan vijf oogsten. De Inspecteur heeft in zijn stukken verwezen naar artikel 3.14, lid 1, aanhef en onderdeel d, van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001). In dat artikel is het volgende bepaald:
“1. Bij het bepalen van de winst komen niet in aftrek kosten en lasten die verband houden met de volgende posten:
(…)
d. misdrijven ter zake waarvan de belastingplichtige door een Nederlandse strafrechter bij onherroepelijke uitspraak is veroordeeld, daaronder begrepen de misdrijven die zijn betrokken bij de bepaling van de hoogte van de opgelegde straf en ter zake waarvan het Openbaar Ministerie heeft verklaard te zullen afzien van vervolging;”.
Belanghebbende is veroordeeld voor overtreding van artikel 3, onderdeel b, van de Opiumwet in de periode 1 januari 2011 tot en met 21 april 2011 en niet voor de onderhavige periode. Artikel 3.14, lid 1, aanhef en onderdeel d, van de Wet IB 2001 is dan ook niet van toepassing voor het onderhavige jaar. Andere redenen om bij het bepalen van de hoogte van de door belanghebbende genoten inkomsten geen rekening te houden met een aftrek van de kosten en lasten zijn niet gesteld of gebleken. Het Hof acht het daarom, indachtig het onder 2.10 vastgestelde, niet redelijk om bij de schatting van het door belanghebbende genoten resultaat uit overige werkzaamheden geen rekening te houden met de kosten. De Inspecteur heeft zich ter zitting hierbij aangesloten. Voor de vaststelling van de in aanmerking te nemen kosten en lasten sluit het Hof aan bij de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel gebaseerd op de rapportage van het BOOM. Voor de berekening van de elektriciteitskosten wordt uitgegaan van een pro rata toerekening zoals die aan partijen is voorgehouden ter zitting en waartegen zij geen bezwaar hebben gemaakt.
Vaste afschrijvingskosten
5 (oogsten)
x € 200
= € 1.000,00
Variabele afschrijvingskosten
5 (oogsten) x 219 (planten)
x € 3,33
= € 3.646,35
Inkoopprijs hennepstekken
5 (oogsten) x 219 (planten)
x € 2,85
= € 3.120,75
Elektriciteitskosten
365 dagen : 1.193 dagen
x € 16.322,30
= € 4.993,83
Personele kosten
5 (oogsten) x 219 (planten)
x € 0,21
= € 229,95
Investeringen
5 (oogsten)
5 (oogsten)
x 3,85 x € 384,55
x 4,92 x € 384,55
= € 7.402,59
= € 9.459,93
Afschrijvingskosten
5 (oogsten) x 2 (ruimtes)
x € 150
= € 1.500,00
Totaal
€ 31.353,40
Het Hof acht het redelijk om de helft van deze kosten, zijnde € 15.676, bij belanghebbende in aanmerking te nemen. Dit geldt zelfs in het geval er, gelet op de vrijspraak in de strafzaak van belanghebbendes dochter, van uit moeten worden gegaan dat belanghebbende recht had op de volledige opbrengst en dus ook alle kosten heeft gemaakt. De Inspecteur heeft bij de berekening van het belastbare inkomen immers maar de helft van de aan vijf oogsten toerekenbare opbrengsten bij belanghebbende in aanmerking genomen. De in aanmerking genomen opbrengsten en kosten staan bij een bedrag van € 15.676 in verhouding tot elkaar, wat redelijk is.