In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 17 augustus 2017 uitspraak gedaan in het hoger beroep van belanghebbende B.V. tegen de uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant. De zaak betreft een naheffingsaanslag belasting van personenauto’s en motorrijwielen (BPM) die aan belanghebbende was opgelegd. De naheffingsaanslag van € 9.118 was gebaseerd op het standpunt van de Inspecteur dat de auto nieuw was, terwijl belanghebbende stelde dat het een gebruikte auto betrof. De auto, met een kilometerstand van 3.092, was kort na aankoop in Duitsland geregistreerd en vervolgens in Nederland. Het Hof oordeelde dat de Inspecteur niet aannemelijk had gemaakt dat er sprake was van een oogmerk tot belastingbesparing, en dat de auto als gebruikt moest worden aangemerkt. Hierdoor werd de naheffingsaanslag vernietigd. Het Hof heeft ook geoordeeld over de kosten van bezwaar en proceskosten, waarbij de Inspecteur werd veroordeeld tot vergoeding van deze kosten aan belanghebbende. De uitspraak van de Rechtbank werd vernietigd, en belanghebbende kreeg recht op terugbetaling van het griffierecht.