Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
4.Gronden
5.Beslissing
- verklaarthet hoger beroep ongegrond, en
- bevestigtde uitspraak van de Rechtbank.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende, die de Nederlandse nationaliteit heeft en het gehele jaar 2009 in België woonde. De zaak betreft een herziene beschikking 'Niet in Nederland belastbaar inkomen' (NiNbi) die door de inspecteur van de Belastingdienst was afgegeven. De inspecteur had het NiNbi vastgesteld op € 308.490, maar deze beschikking werd door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant vernietigd omdat er geen sprake was van een nieuw feit. Het Hof oordeelt dat na de vernietiging van de herziene beschikking de oorspronkelijke NiNbi-beschikking herleeft, die eerder was vastgesteld op € 8.490. Het Hof verwierp alle grieven van belanghebbende met betrekking tot de werkingssfeer van Verordening 1408/71 en oordeelde dat het recht op een eerlijk proces niet was geschonden. De zitting vond plaats op 19 mei 2017, waarbij belanghebbende en vertegenwoordigers van de inspecteur aanwezig waren. Het Hof concludeert dat het hoger beroep ongegrond is en bevestigt de uitspraak van de Rechtbank.