Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
.
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
Artikel 1 Belastbaar feit
3.Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
4.Gronden
Dit betekent dat de gemeentelijke wetgeving en het daarin gemaakte onderscheid tussen houders van honden en andere personen in beginsel moet worden geëerbiedigd. De grief van belanghebbende dat daarbij sprake is van discriminatie faalt, nu aan het Hof niet is gebleken dat de gemeente [plaats] door het heffen van een hondenbelasting buiten de aan haar toekomende vrijheid is getreden.
5.Beslissing
’s-Gravenhage. Daarbij moet het volgende in acht worden genomen.