3.2.Partijen doen hun standpunten in hoger beroep steunen op de gronden, die daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken, van al welke stukken de inhoud als hier ingevoegd moet worden aangemerkt.
Ter zitting hebben partijen, kort samengevat, het volgende aangevoerd:
(Gemachtigde van) belanghebbende:
- Ten aanzien van het verzoek om immateriële schadevergoeding: ik wil een brief van 6 mei 2011 met bijlagen overleggen. Ik wil hiermee aantonen dat de Inspecteur reeds lang op de hoogte was van de bezwaren van belanghebbende. Het betreft een brief waarin alle algemene geschilpunten worden aangehaald. Bij de aangifte voeg ik altijd een blad waarbij ik dan naar deze brief verwijs.
- In de waarde van iedere auto zit een bedrag aan rest-BPM. De rest-BPM bij een parallel ingevoerde auto is lager dan bij reguliere import. Bij export krijg je dan ook minder terug. Als je een auto uitvoert zie je pas het verschil in BPM. Een handelaar zal daar dus altijd rekening mee houden.
- Wij hebben geen gebruik gemaakt van de koerslijst van XRAY, die verschillende waarden aangaf voor de officiële import en parallelimport, omdat er discussies over die koerslijst gaande waren, hetgeen vaak tot naheffingen leidde.
- In de pleitnota zijn percentages en bedragen verwisseld: primair stellen wij ons op het standpunt dat in de AutotelexPro koerslijst géén parallelimport is verwerkt. Indien het Hof ons daarin volgt, dient de handelsinkoopwaarde te worden verminderd met € 355, zijnde het verschil in BPM dat rust op de restwaarde van een officieel ingevoerde auto en de BPM die rust op de restwaarde van een parallel ingevoerde auto.
Subsidiair is ons standpunt dat de koerslijst vervuild is, dus opgesteld is uitgaande van beide soorten import, zodat voor parallelimport nog een correctie op de handelswaarde moet worden toegepast van € 300.
- In eerdere procedures is wegens parallelimport een correctie van 5% verdedigd, maar dat was op basis van XRAY. Om te voorkomen dat uw Hof zal oordelen dat de factor van de ene koerslijst niet mag worden toegepast op een andere koerslijst, hebben wij het nu met concrete cijfers onderbouwd.
- De ingediende stukken betreffen lijsten van alle voertuigen, die als referentievoertuig aan te merken zijn. Als het een gangbaar type is, waar veel van is verkocht, dan heb ik een periode van bijvoorbeeld 2 maanden genomen voor de data eerste toelating. Wordt van een bepaald type weinig verkocht dan heb ik de periode wat ruimer gesteld.
- Met de lijsten toon ik het aandeel parallelimport en het aandeel reguliere import aan.
- Met de informele oplossing, die de Inspecteur voorstelt in zijn pleitnota, aangaande de onterechte niet-ontvankelijkverklaring, kan ik niet akkoord gaan. Ik wil dienaangaande geen procesrisico lopen.
- Het Hof wijst mij er op dat de auto ten tijde van de aangifte 8,5 jaar oud was en dat ik voor de correctie BTW/marge uitga van 8% terwijl uit mijn onderzoek volgt dat het percentage al na drie jaar terug loopt. Inderdaad moet worden uitgegaan van een afglijdende schaal. In deze zaak verdedig ik daarom een correctie van 2% voor het punt BTW/marge, in plaats van 8%.
- Ik maak bezwaar tegen inbreng als gedingstuk van de brief van 6 mei 2011 met bijlagen. Belanghebbende heeft mij die brief indertijd gestuurd, maar deze ligt sindsdien onaangeroerd in de kast. Ik accepteer de door belanghebbende gehanteerde wijze van motiveren van bezwaar niet en heb dat ook steeds kenbaar gemaakt naar belanghebbende. Belanghebbende dient zijn bezwaarschriften op de normale wijze te motiveren en niet door te verwijzen naar (delen van) een algemene brief. Ik ken de precieze inhoud van de brief met bijlagen derhalve niet.
- In de bijlage bij mijn pleitnota heb ik per abuis de kolommen voor parallelimport en reguliere import verwisseld.