Uitspraak
,
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 27 maart 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de naheffingsaanslagen in de loonbelasting en premie volksverzekeringen van belanghebbende voor de jaren 2011 en 2012. De inspecteur van de Belastingdienst had naheffingsaanslagen opgelegd op basis van een rittenadministratie die niet volledig bleek te zijn. Belanghebbende stelde dat hij minder dan 500 kilometer privé had gereden met de aan hem ter beschikking gestelde auto’s, maar de inspecteur concludeerde dat de rittenadministratie niet klopte, mede op basis van gegevens verkregen via ANPR-technologie van de politie. Het Hof oordeelde dat het gebruik van deze technologie een inmenging in het privéleven van belanghebbende met zich meebracht, maar dat deze inmenging gerechtvaardigd was in het belang van de belastingheffing en het economische welzijn van het land. Het Hof bevestigde dat de inspecteur bevoegd was om de naheffingsaanslagen op te leggen en dat belanghebbende niet overtuigend had aangetoond dat hij minder dan 500 kilometer privé had gereden. De opgelegde boetes werden ook als terecht beoordeeld, aangezien belanghebbende grove schuld kon worden verweten voor het indienen van een onjuiste kilometeradministratie. Het hoger beroep van belanghebbende werd ongegrond verklaard.