Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het verloop van de procedure
2.De gronden van het hoger beroep
3.De beoordeling
Met het oog op de absolute competentie van de kantonrechter heeft [geïntimeerde] zijn schadevordering beperkt tot maximaal € 25.000,--.
ter markering”aan het touw heeft bevestigd. Dat is een aanwijzing dat ook de Politie van oordeel was dat het rood/witte afzetlint beter zichtbaar was dan het touw. De stelling van [geïntimeerde] dat het rood/witte afzetlint duidelijker zichtbaar is dan een oranje touw en dat afzetlint meegeeft en uiteindelijk scheurt als er tegenaan wordt gefietst maar touw niet, komt het hof aannemelijk voor. De Politie heeft weliswaar nog niet op die stelling kunnen reageren, maar ook als zou moeten worden aangenomen dat, zoals de Politie heeft gesteld, op het moment dat de Politie ’s nachts moest handelen, er niet meer afzetlint beschikbaar was, valt niet in te zien dat het bezwaarlijk zou zijn om in ieder geval de volgende ochtend voor extra afzetlint te zorgen en het oranje touw door dit lint te vervangen.
een toevallige en onmogelijk te voorziene samenloop van omstandigheden” (mvg 33) ten slotte strandt reeds op de door de Politie genoemde omstandigheden (stand zon, uur van de dag en rijrichting [geïntimeerde]) die nu juist wel voorzienbaar waren.