Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[X.] Projectontwikkeling B.V.,gevestigd te [vestigingsplaats 2],
[Y.] Vastgoed B.V.,gevestigd te [vestigingsplaats 3]
5.Het incidenteel arrest van 9 april 2013
6.Het verdere verloop van de procedure
- de akte van [appellante] houdende reactie op de bij memorie van antwoord overgelegde producties;
- het pleidooi, waarbij partijen pleitnotities hebben overgelegd.
7.De gronden van het hoger beroep
8.De verdere beoordeling
‘bouwbedrijf (thans als prefered partner wordt vooralsnog genoemd Bouwbedrijf [A.] B.V. …) ter realisatie van de bouw van 70 … appartementswoningen...’.
‘[projectnaam] 1ste fase: Herschikking Contractsposities Compaen – Molen Bunders’onder andere het volgende afgesproken. De koopovereenkomst tussen DMB en Compaen d.d. 14 maart 2007 wordt ontbonden en er worden (behoudens een paar aanpassingen) gelijkluidende koopovereenkomsten gesloten tussen DMB en [appellante] en tussen [appellante] en Compaen. In die koopovereenkomsten wordt als ontbindende voorwaarde opgenomen dat uiterlijk 1 december 2009 23 van de 33 koopappartementen moeten zijn verkocht (aan particulieren). Daarnaast is afgesproken dat een aannemingsovereenkomst wordt gesloten tussen [appellante] en Compaen waarbij aan Compaen een korting van € 300.000,-- op de aanneemsom wordt verleend. In de intentieverklaring staat verder vermeld dat Compaen [en [appellante]] in de positie van SNS treedt per 1 december 2009. Voorts is afgesproken dat de tussen DMB en [geïntimeerden] gesloten overeenkomst d.d. 21 december 2007 wordt ontbonden. Verder staat in de intentieverklaring onder het kopje ‘Side-letter [appellante] – Compaen – DMB’ onder meer vermeld:
mogelijkeaanspraak van
kansop een vergoeding van € 300.000,00 is ontnomen.
mogelijkeaanspraak hadden op € 300.000,00 en [appellante] de aannemer kon zijn die alle appartementen mocht gaan bouwen als er op 1 december 2009 voldoende appartementen zouden zijn verkocht, hoefde [appellante] zich naar het oordeel van het hof niet te onthouden van het sluiten van de intentieovereenkomst met DMB en Compaen. Gelet op de afspraak die in de intentieovereenkomst tussen DMB, Compaen en [appellante] was gemaakt met betrekking tot de mogelijke aanspraak van [geïntimeerden] op € 300.000,00, mocht [appellante] ervan uitgaan dat als zou blijken dat DMB niet op goede gronden de ontbinding van de overeenkomst met [geïntimeerden] zou hebben ingeroepen (waarvan overigens in deze zaak niet vaststaat dat dat zo is, gezien de betwisting door [appellante]), DMB dan € 300.000,00 aan [geïntimeerden] zou gaan betalen en dat [appellante] en Compaen daaraan dan ieder richting DMB voor een bedrag van
indien de koopovereenkomst tussen Compaen en DMB om welke reden dan ook(cursivering Hof) wordt ontbonden. (…) de onderhavige overeenkomst gelijktijdig (wordt) ontbonden’ – niet op goede gronden zou hebben ontbonden en aldus wanprestatie jegens [geïntimeerden] zou hebben gepleegd. Weliswaar heeft [appellante], zoals [geïntimeerden] hebben betoogd, geen expliciete grief gericht tegen het in r.o. 6.8 en r.o. 6.16 gegeven oordeel van de rechtbank dat gesteld noch gebleken is dat er een rechtsgrond bestond voor de ontbinding van de overeenkomst van 14 maart 2007. Uit de in de memorie van grieven opgenomen toelichting op de grieven blijkt echter duidelijk dat [appellante] zich niet kan verenigen met dit oordeel van de rechtbank. Het hof verwijst hierbij onder meer naar de toelichting op grief 4. Wat hier verder ook van zij, ook al zou DMB de overeenkomst met [geïntimeerden] niet op goede gronden hebben ontbonden, dan nog heeft [appellante] gelet op het hiervoor overwogene niet onrechtmatig jegens [geïntimeerden] gehandeld.
9.De uitspraak
- op € 3.537,00 aan verschotten en € 5.160,00 aan salaris advocaat in eerste aanleg;
- op € 4.836,00 aan verschotten en € 11.420,50 aan salaris advocaat voor het hoger beroep;
- voor wat betreft de nakosten op € 131,00 indien geen betekening plaatsvindt, dan wel op € 199,00 vermeerderd met de explootkosten indien niet binnen veertien dagen na de datum van dit arrest is voldaan aan de bij dit arrest uitgesproken veroordelingen en betekening van dit arrest heeft plaatsgevonden; en
- bepaalt dat deze bedragen binnen veertien dagen na de dag van deze uitspraak moeten zijn voldaan, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf het einde van voormelde termijn tot aan de dag der voldoening;