ECLI:NL:HR:2015:3093

Hoge Raad

Datum uitspraak
16 oktober 2015
Publicatiedatum
15 oktober 2015
Zaaknummer
14/05414
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over onrechtmatige daad en wanprestatie met betrekking tot de twee-conclusie-regel

In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, gaat het om een cassatieberoep van twee eiseressen tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch. De eiseressen, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.B.A. Alkema, hebben beroep ingesteld tegen het arrest van 22 juli 2014, waarin het hof hen in het ongelijk heeft gesteld. De verweerster, vertegenwoordigd door advocaat mr. A.C. van Schaick, heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling de klachten van de eiseressen niet gegrond verklaard. De Hoge Raad oordeelt dat de aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden, en dat er geen noodzaak is voor nadere motivering, gezien artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO). De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en de eiseressen veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op een totaal van € 8.667,34, vermeerderd met wettelijke rente indien deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak zijn voldaan. Dit arrest is gewezen op 16 oktober 2015 en is openbaar uitgesproken door raadsheer G. de Groot.

Uitspraak

16 oktober 2015
Eerste Kamer
14/05414
EE/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. [eiseres 1],
gevestigd te [plaats],
2. [eiseres 2],
gevestigd te [plaats],
EISERESSEN tot cassatie,
advocaat: mr. M.B.A. Alkema,
t e g e n
[verweerster],
gevestigd te [plaats],
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. A.C. van Schaick.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiseres] c.s. en [verweerster].

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak 224575/HA ZA 11-82 van de rechtbank ’s-Hertogenbosch van 27 juni 2012;
b. de arresten in de zaak HD 200.114.689/01 van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 9 april 2013 en 22 juli 2014.
De arresten van het hof zijn aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen laatstgenoemd arrest van het hof hebben [eiseres] c.s. beroep in cassatie ingesteld.
De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
[verweerster] heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier strekt tot verwerping van het beroep.
De advocaat van [eiseres] c.s. heeft bij brief van 28 augustus 2015 op die conclusie gereageerd.

3.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiseres] c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerster] begroot op € 6.467,34 aan verschotten en
€ 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien [eiseres] c.s. deze niet binnen veertien dagen na dagtekening van dit arrest heeft voldaan.