Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
4.Gronden
ratio legis:
(Kamerstukken II, vergaderjaar 2011-2012, 33 011, nr. 3, blz. 1-2)
(Kamerstukken II, vergaderjaar 2011-2012, 33 011, nr. 3, blz. 4-5)
(Kamerstukken I, vergaderjaar 2011-2012, 33 011, C, blz. 7-8)
fair balanceteweegbrengt tussen de betrokken belangen, waaronder het belang van de belastingplichtige dat diens gerechtvaardigde verwachtingen worden gerespecteerd. In het licht van deze uitgangspunten kan naar ’s Hofs oordeel niet worden gezegd dat de terugwerkende kracht waarmee de Reparatiewet is ingevoerd een inbreuk in de onderwerpelijke zin vormt. Het Hof slaat daartoe acht op (i) de kenbaarheid voor burgers van de beoogde wetswijziging sinds het persbericht van 22 september 2011, waardoor niet kan worden gezegd dat sprake is van een onvoorzienbare maatregel, (ii) de voor de terugwerkende kracht aangevoerde gronden, waardoor niet kan worden gezegd dat de terugwerkende kracht van redelijke grond is ontbloot en (iii) ’s Hofs oordeel dat een last van € 43,75, zonder nadere feitelijke grondslag, welke ontbreekt, niet als buitensporig kan worden aangemerkt.
(Kamerstukken II, vergaderjaar 2011-2012, 33 011, nr. 3, blz. 3-4)
(Kamerstukken I, vergaderjaar 2011-2012, 33 011, C, blz. 4)
(Kamerstukken I, vergaderjaar 2011-2012, C, blz. 5)
gemeentelijkeheffing, zoals ook duidelijk uit de tekst van het zojuist genoemde wetsartikel blijkt. Uit die tekst blijkt ook de overeenkomstige toepassing van (onder meer) hoofdstuk XV, paragraaf 1, van de Gemeentewet.
5.Beslissing
verklaarthet hoger beroep gegrond;
vernietigtde uitspraak van de Rechtbank;
vernietigtde uitspraak van de Heffingsambtenaar;
vernietigtde aanslag;
gelastdat de gemeente Roermond aan belanghebbende het door deze ter zake van de behandeling van het beroep en het hoger beroep betaalde griffierecht ten bedrage van in totaal € 156 vergoedt;
veroordeeltde Heffingsambtenaar in de kosten van het geding voor de Rechtbank en het Hof aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op € 1.461, en wijst de gemeente Roermond aan als de rechtspersoon die de proceskosten moet vergoeden.