In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, betreft het een hoger beroep in een geschil over een brandverzekering tussen Achmea Schadeverzekeringen N.V. en een particuliere man. De zaak is een vervolg op eerdere tussenarresten en betreft de vraag of er sprake is van merkelijke schuld of opzet aan de zijde van de verzekerde. Het hof heeft in eerdere arresten deskundigen benoemd om de zaak te beoordelen, maar partijen zijn het niet eens geworden over de benoeming van de deskundige. Het hof heeft daarom besloten om J.N. Hendrikse van het Nederlands Forensisch Instituut te benoemen als deskundige. De deskundige is belast met het beantwoorden van specifieke vragen over de onderzoeksresultaten van een eerder rapport. Het hof heeft de deskundige toestemming gegeven om bepaalde elektronische data op te vragen die nodig zijn voor het onderzoek. De kosten van het deskundigenonderzoek zijn begroot op € 2.240,--, maar Achmea heeft al een voorschot van € 2.500,-- betaald. Het hof heeft de verdere procedure aangehouden en partijen verzocht om binnen een week de benodigde processtukken aan de deskundige ter beschikking te stellen. De deskundige moet binnen drie maanden na de start van het onderzoek een schriftelijk rapport indienen. Het hof heeft ook een raadsheer-commissaris benoemd voor procedurele vragen van de deskundige. De zaak is verwezen naar de rol voor memorie na deskundigenonderzoek op 17 december 2013.