Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
23.Het verloop van de procedure
24.De verdere beoordeling
9.Acht u het mogelijk dat de brand is veroorzaakt door een onbekende derde?
10.Acht u het mogelijk dat de brand is veroorzaakt door [geïntimeerde]?
11.Hebt u overigens nog opmerkingen die voor deze zaak van belang zijn?
waarschijnlijker dat de brand ontstaan is op twee verschillende plaatsen door het bijbrengen van vuur dan door een technische oorzaak”respectievelijk
“door een technische oorzaak in de elektronische apparaten”(antwoorden op vragen 8a) respectievelijk 8d)).
“veel waarschijnlijker dat de brand is ontstaan op twee verschillende plaatsen door het bijbrengen van vuur dan door een oorzaak in of aan de gaskachel.“(antwoord op vraag 8 c))
Deskundige 1 wijst er bij beantwoording van vraag 7 a) op dat, zoals [geïntimeerde] ook heeft aangevoerd, volgens de richtlijn NFPA 921 (zie ook hierboven 24.5.) een oorzaak die als “waarschijnlijk” wordt betiteld moet leiden tot de conclusie dat de oorzaak van de brand formeel niet is komen vast te staan.
[geïntimeerde]bij de eventuele brandstichting. Dit betekent dat de beantwoording van genoemde vragen niet langer relevant is voor de beoordeling van dit geschil.
“(…) Uw brief van 30 oktober geeft geen aanleiding het ingenomen standpunt te herzien. (…)Wij menen op grond hiervan dat wij terecht een beroep doen op merkelijke schuld van onze verzekerd.(…)”Aldus is het verzuim ingevolge artikel 6:83 aanhef en onder c) BW op 27 november 2007 (de door [geïntimeerde] gestelde en door Achmea niet betwiste dag van ontvangst van bovengenoemde brief) zonder ingebrekestelling ingetreden. Dat de raadsman van [geïntimeerde] nadien toch een ingebrekestelling heeft verstuurd, kan hier niet aan afdoen. Grief 8 in het principaal appel faalt en de grieven 2 en 3 in incidenteel appel slagen. De wettelijke rente over de door Achmea uit te keren vergoeding zal worden toegewezen vanaf 27 november 2007.
25.De uitspraak
- oordeelt dat genoemde vermelding in nummer 4.2. van het dictum luidt: “met ingang van 27 november 2007”;
- oordeelt dat nummer 4.2. van het dictum van het bestreden vonnis als volgt wordt aangevuld: “veroordeelt Interpolis (Achmea) voorts om aan [geïntimeerde] te betalen een bedrag van € 2.500,-- (declaratie [X] van 25 mei 2011), te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 28 februari 2012”.