ECLI:NL:GHSGR:2008:BG3993
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M.A.F. Tan-de Sonnaville
- Th. W.H.E. Schmitz
- R.F. Groos
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid aannemer voor schade door verzakking na verbouwing
In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof 's-Gravenhage, gaat het om de aansprakelijkheid van Bouw- en Onderhoudsbedrijf Koers B.V. (hierna: Koers) voor schade die Dijkstra Tankbouw Beheer B.V. (hierna: Dijkstra) stelt te hebben geleden na een verbouwing van haar bedrijfshal. De verbouwing, die in mei 1998 is opgeleverd, omvatte onder andere de aanleg van een nieuwe, niet onderheide vloer. Dijkstra heeft na de oplevering ernstige verzakkingen en scheurvorming in het bedrijfspand geconstateerd en stelt Koers aansprakelijk voor de schade, waarbij zij schadevergoeding vordert.
De rechtbank heeft geoordeeld dat Koers als aannemer een waarschuwingsplicht had en dat zij Dijkstra had moeten informeren over de risico's van de niet onderheide vloer. De rechtbank heeft Koers belast met het bewijs dat zij Dijkstra tijdig heeft gewaarschuwd, maar heeft uiteindelijk de vordering van Dijkstra afgewezen, omdat Koers in haar bewijs geslaagd werd geacht.
Dijkstra is in hoger beroep gegaan en heeft drie grieven ingediend tegen het eindarrest van de rechtbank. Koers heeft in incidenteel appel twee grieven ingediend tegen het tussenvonnis van de rechtbank. Het hof heeft geoordeeld dat de bewijslast van de stelling dat Koers haar waarschuwingsplicht niet is nagekomen, op Dijkstra rust. Dit is gebaseerd op de hoofdregel van artikel 150 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
Het hof heeft het bestreden tussenvonnis van de rechtbank vernietigd en Dijkstra belast met het bewijs van haar stelling dat Koers haar niet heeft gewaarschuwd. De zaak is naar de rol verwezen om Dijkstra in de gelegenheid te stellen een bewijsaanbod te doen. Het hof houdt iedere verdere beslissing aan.