ECLI:NL:GHLEE:2010:BM1464
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- M. Mollema
- F. Fikkers
- A. de Hek
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van hoger beroep door onder bewind gestelde appellant
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden, staat de ontvankelijkheid van het hoger beroep van een onder bewind gestelde appellant centraal. De appellant, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. S.S. Ilahi, heeft hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank Groningen, dat op 4 september 2009 werd uitgesproken. De stichting Nijestee, vertegenwoordigd door mr. H.J.M. Janssen, was de geïntimeerde in deze procedure. De appellant had in eerste aanleg een kort geding aangespannen, maar de voorzieningenrechter verklaarde de stichting niet-ontvankelijk in haar vordering tegen de gemeente, die als bewindvoerder was aangesteld over de goederen van de appellant. Het hof oordeelt dat de gemeente, als bewindvoerder, bevoegd is om in hoger beroep te procederen en niet de appellant zelf. Dit leidt tot de vraag of de appellant ontvankelijk is in zijn hoger beroep.
Het hof heeft vastgesteld dat de appellant niet bevoegd is om zelfstandig te procederen in deze zaak, omdat de ontruiming van het gehuurde verband houdt met de onder bewind gestelde goederen. De appellant heeft drie grieven ingediend, maar het hof concludeert dat hij de gelegenheid moet krijgen om het gebrek in zijn procesvoering te herstellen. Dit kan door een bewijs van instemming van de bewindvoerder of een machtiging van de kantonrechter over te leggen. Het hof verwijst de zaak naar de rol voor een akte van de appellant, waarbij de stichting de mogelijkheid heeft om te reageren. De beslissing van het hof benadrukt de noodzaak van bescherming van de rechthebbende en de rol van de bewindvoerder in dergelijke procedures.