ECLI:NL:RBGEL:2023:7232
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- F.M.TH. Quaadvliet
- Rechtspraak.nl
Loonvordering en uitbetaling vakantietoeslag na beëindiging dienstverband met beroep op verrekening
In deze zaak vordert de werknemer, vertegenwoordigd door zijn bewindvoerder, betaling van openstaande vakantiedagen en vakantietoeslag na het beëindigen van zijn dienstverband bij de werkgever. De werknemer was in dienst van 1 juli 2021 tot en met 30 juni 2022 en heeft tijdens zijn dienstverband geen vakantiedagen opgenomen. De werkgever heeft echter betwist dat de werknemer geen vakantiedagen heeft opgenomen en heeft daarnaast beschuldigingen geuit over ongepast gedrag van de werknemer tijdens zijn dienstverband. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de werkgever de vakantietoeslag van € 1.532,28 nog moet betalen en dat de werknemer recht heeft op uitbetaling van 10 vakantiedagen, wat resulteert in een bedrag van € 818,40. De kantonrechter heeft het beroep van de werkgever op verrekening afgewezen, omdat de werkgever haar stellingen niet voldoende heeft onderbouwd. Uiteindelijk is de werkgever veroordeeld tot betaling van een totaalbedrag van € 3.526,02 aan de werknemer, vermeerderd met wettelijke rente. Tevens is de werkgever verplicht om een deugdelijke schriftelijke eindafrekening te verstrekken. De proceskosten zijn voor rekening van de werkgever, die in het ongelijk is gesteld. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.