ECLI:NL:HR:2009:BH2955
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- J.C. van Oven
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Verkoop van woning onder ontbindende voorwaarde en bewijslastverdeling
In deze zaak gaat het om de verkoop van een woning waarbij een ontbindende voorwaarde in de vorm van een financieringsvoorbehoud aan de orde is. De eiser heeft de verweerder gedagvaard voor de rechtbank Breda, waarbij hij vorderingen heeft ingesteld tot betaling van een overeengekomen boete en schadevergoeding. De rechtbank heeft de vordering in conventie toegewezen, maar de vordering in reconventie afgewezen. De verweerder heeft hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat in een tussenarrest eiser tot bewijs heeft toegelaten. In het eindarrest heeft het hof echter de vorderingen van eiser afgewezen, wat heeft geleid tot cassatie door eiser.
De Hoge Raad heeft de arresten van het gerechtshof vernietigd en het geding verwezen naar het gerechtshof te Arnhem. De Hoge Raad oordeelt dat de bewijslast voor het bestaan van het financieringsvoorbehoud op de verweerder rust, omdat dit een bevrijdend verweer is. De Hoge Raad benadrukt dat de hoofdregel van bewijslastverdeling in het Burgerlijk Wetboek van toepassing is, en dat de eisen van redelijkheid en billijkheid niet rechtvaardigen dat de bewijslast omgekeerd wordt. De beslissing van het hof om eiser te belasten met het bewijs van het ontbreken van het voorbehoud is derhalve onjuist.
De Hoge Raad heeft de kosten van het geding in cassatie aan de zijde van eiser begroot op een totaal van € 5.132,03. Dit arrest is gewezen door de vice-president en een aantal raadsheren, en is openbaar uitgesproken op 17 april 2009.