ECLI:NL:GHLEE:2005:AS8373
Gerechtshof Leeuwarden
- Proceskostenveroordeling
- M. Dijkstra
- A. Poelman
- J. Weenink
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijkverklaring van beroep inzake administratieve sanctie voor verkeersgedraging
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter die het beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de officier van justitie ongegrond heeft verklaard. De betrokkene had verzocht om toezending van een afschrift van een foto van de gedraging en het proces-verbaal, alvorens de gronden van het beroep in te dienen. De officier van justitie heeft de betrokkene in de gelegenheid gesteld om het verzuim te herstellen, maar er is geen reactie van de betrokkene ontvangen. Hierdoor heeft de officier van justitie het beroep niet-ontvankelijk verklaard.
De betrokkene stelt dat het niet vermelden van de beroepsgronden niet aan hem is toe te rekenen. Het hof oordeelt echter dat de inleidende beschikking voldoende gegevens bevat over het kenteken van het voertuig, de aard, plaats en tijd van de gedraging, zodat de betrokkene in staat is om gronden aan te voeren tegen de beschikking. De administratieve sanctie van Euro 86,- was opgelegd voor het niet stoppen voor rood licht bij een verkeerslicht op 17 mei 2003 te Utrecht.
Het hof bevestigt de beslissing van de kantonrechter en wijst het verzoek van de betrokkene om de advocaat-generaal te veroordelen in de proceskosten af. Het hof concludeert dat de kantonrechter terecht heeft geoordeeld dat de officier van justitie het beroep niet-ontvankelijk heeft verklaard, omdat de betrokkene geen gronden heeft aangevoerd. De beslissing van de kantonrechter wordt bevestigd, en het verzoek om proceskostenvergoeding wordt afgewezen.