ECLI:NL:GHARL:2014:1926
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- M. van Schuijlenburg
- A. Arntz
- Rechtspraak.nl
Vernietiging beslissing officier van justitie inzake administratieve sanctie voor verkeersgedraging op kruising
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Rotterdam, die op 7 januari 2013 het beroep van de betrokkene tegen een administratieve sanctie ongegrond verklaarde. De betrokkene had een sanctie van € 180,- opgelegd gekregen voor het niet volgen van de richting die het voorsorteervak aangaf op een kruising. De gedraging vond plaats op 10 mei 2011 op de Rondweg N3 te Papendrecht. De betrokkene stelde dat hij niet in staat was zijn bezwaren te formuleren omdat hij geen informatie had ontvangen over de exacte pleeglocatie van de gedraging. Het hof oordeelt dat de officier van justitie de betrokkene deze informatie had moeten verstrekken voordat er op het beroep werd beslist. Dit gebrek aan zorgvuldigheid leidt tot de vernietiging van de beslissing van de officier van justitie, hoewel de sanctie zelf terecht was opgelegd. Het hof stelt vast dat de betrokkene nu wel over de benodigde informatie beschikt om zijn bezwaren te formuleren. Het hof beoordeelt vervolgens of de gedraging daadwerkelijk heeft plaatsgevonden en of de sanctie terecht is opgelegd. De ambtsedige verklaring van de verbalisant wordt als voldoende bewijs beschouwd, en het hof concludeert dat de betrokkene de gedraging heeft verricht door niet de richting te volgen die het voorsorteervak aangaf. De betrokkene heeft niet aannemelijk gemaakt dat er verzachtende omstandigheden waren die het opleggen van de sanctie niet billijken. Het hof verklaart het beroep tegen de inleidende beschikking ongegrond, maar kent de betrokkene wel een proceskostenvergoeding toe van € 25,10.