ECLI:NL:GHDHA:2025:831
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Naheffingsaanslagen motorrijtuigenbelasting en handelaarsregeling in hoger beroep
In deze zaak gaat het om naheffingsaanslagen motorrijtuigenbelasting die zijn opgelegd aan [X] B.V. De inspecteur van de Belastingdienst heeft vijf naheffingsaanslagen opgelegd, omdat de auto van belanghebbende, die tot de bedrijfsvoorraad behoorde, zonder handelaarskentekenplaten op de openbare weg is gebruikt. Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de naheffingsaanslagen, maar de inspecteur heeft deze ongegrond verklaard. De Rechtbank Den Haag heeft op 20 september 2023 een uitspraak gedaan waarbij enkele van de naheffingsaanslagen zijn vernietigd. De inspecteur heeft hiertegen hoger beroep ingesteld, en belanghebbende heeft incidenteel hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de Rechtbank. Tijdens de mondelinge behandeling op 29 januari 2025 is het geschil besproken. Het Hof heeft geoordeeld dat de naheffingsaanslagen terecht zijn opgelegd, omdat de handelaarsregeling strikte voorwaarden kent waaraan niet is voldaan. Het Hof heeft de uitspraak van de Rechtbank vernietigd, behoudens de beslissing inzake de naheffingsaanslagen 2 en 3, en de uitspraak op bezwaar bevestigd. Het Hof concludeert dat de inspecteur geen beoordelingsvrijheid heeft bij het opleggen van naheffingsaanslagen en dat de belastingplichtige geen invloed heeft op het aantal overtredingen. De uitspraak is gedaan op 12 maart 2025.