Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.De zaak in het kort
2.Het geding
3.Feitelijke achtergrond
4.De procedure bij de voorgaande instanties
- voor recht zou verklaren dat GVB met het trekken en publiceren van de conclusies zoals gepubliceerd in het jaarverslag 2012 onrechtmatig heeft gehandeld jegens [appellant] en zijn collega’s;
- GVB zou bevelen die publicatie te rectificeren in een persbericht, op de website van GVB en in het eerstvolgende jaarverslag, op straffe van verbeurte van een dwangsom; en
- GVB zou veroordelen tot vergoeding van immateriële schade, buitengerechtelijke kosten, en vergoeding van materiële schade op te maken bij staat, met veroordeling met GVB in de proceskosten.
5.De vordering in de procedure na verwijzing
6.De verdere beoordeling
en materiële schade te vergoeden."
materiële schadezal het hof toewijzen. Dit oordeel wordt als volgt gemotiveerd.
immateriële schadevergoedingtoewijzen. Het volgende is daartoe redengevend.
- dagvaarding: € 103,10
- griffierecht: € 883,-
- salaris advocaat
- dagvaarding € 103,81
- griffierecht: € 318,-
- salaris advocaat
- oproepexploot € 119,21
- salaris advocaat € 2.428,- (twee punten x tarief II)
- nakosten
7.Beslissing
- verklaart voor recht dat GVB jegens [appellant] onrechtmatig heeft gehandeld door de gewraakte conclusies te publiceren middels verspreiding van het persbericht op 12 juni 2012 en publicatie in het Jaarverslag GVB Holding NV 2012;
- beveelt GVB om na betekening van dit arrest de onrechtmatig geoordeelde publicatie te rectificeren middels (a) - het uitgeven van een persbericht met de hieronder cursief weergegeven inhoud; en (b) het plaatsen en gedurende een onafgebroken periode van een maand op de webpagina https://over.gvb.nl/ geplaatst houden van een item genaamd “Rectificatie van berichtgeving over de heer [appellant] , voormalig algemeen directeur GVB” met onder de knop “Lees meer” een link naar een bericht met de hieronder cursief weergegeven inhoud: -
- veroordeelt GVB om aan [appellant] de materiële en immateriële schade te vergoeden die [appellant] heeft geleden als gevolg van de onrechtmatige publicaties, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
- veroordeelt GVB om aan [appellant] ter vergoeding van de door hem gemaakte buitengerechtelijke incassokosten een bedrag te voldoen van € 9.156,48, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf de dag van de dagvaarding in eerste aanleg tot aan die der algehele voldoening;
- veroordeelt GVB in de kosten van het geding in eerste aanleg en begroot deze aan de zijde van [appellant] tot aan de datum van het vonnis op € 1.890,10;
- veroordeelt GVB in de kosten van het hoger beroep en begroot deze aan de zijde van [appellant] tot aan de datum van het arrest van het gerechtshof Amsterdam op € 2.032,81 en tot aan deze uitspraak op € 2.720,21;
- bepaalt dat indien het voornoemde bedrag van € 2.032,81 niet binnen veertien dagen na de dag van deze uitspraak is voldaan, GVB de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW verschuldigd is vanaf het einde van voormelde termijn tot aan de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat als GVB niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan de uitspraak heeft voldaan en dit arrest vervolgens wordt betekend, GVB de kosten van die betekening moet betalen, plus extra nakosten van € 90,-;
- verklaart dit arrest wat betreft de veroordelingen en bevelen uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af het meer of anders gevorderde.