ECLI:NL:GHDHA:2024:738
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake naheffingsaanslag Bpm en proceskostenvergoeding
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de Inspecteur van de Belastingdienst tegen een uitspraak van de Rechtbank Den Haag, waarin een naheffingsaanslag in de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (Bpm) is opgelegd aan belanghebbende. De naheffingsaanslag van € 5.117 is gebaseerd op de CO2-uitstoot van de auto, een Mercedes-Benz GLE-klasse Coupé, en de handelsinkoopwaarde die door de Inspecteur is vastgesteld. De Rechtbank heeft de naheffingsaanslag verminderd en de proceskostenvergoeding vastgesteld op € 2.056. De Inspecteur heeft hoger beroep ingesteld, waarbij hij betwist dat de handelsinkoopwaarde correct is vastgesteld. Belanghebbende heeft incidenteel hoger beroep ingesteld, waarin hij vraagt om vernietiging van de naheffingsaanslag en een hogere proceskostenvergoeding. Tijdens de mondelinge behandeling op 15 februari 2024 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. Het Hof oordeelt dat de handelsinkoopwaarde van de auto niet moet worden aangepast en bevestigt de uitspraak van de Rechtbank, maar herstelt de proceskostenvergoeding naar de juiste waarde per punt. Het Hof concludeert dat de naheffingsaanslag te hoog was en dat de Inspecteur in de proceskosten moet worden veroordeeld tot een bedrag van € 3.500.