2.6.Bij brief van 2 december 2019 heeft de Inspecteur aangekondigd dat hij, onder meer, zal afwijken van de ingediende aangifte IB/PVV voor het jaar 2016. Verder heeft hij op grond van artikel 47 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) verzocht om informatie. In deze brief is, voor zover van belang, het volgende opgenomen:
“Recentelijk heeft de politie te [woonplaats] , nadat daarvoor toestemming was verleend door het openbaar ministerie, mij een dossier ter beschikking gesteld voor fiscale doeleinden. Dit dossier bevat een groot aantal documenten die op 4 maart 2019 tijdens een doorzoeking in uw woning zijn aangetroffen. Deze documenten betreffen met name bonnen en andere betaalbewijzen waaruit voor de jaren 2016 en 2017 een zodanig uitgavenpatroon blijkt dat aannemelijk is dat u en uw echtgenoot in die jaren belastbare inkomsten hebben genoten waarvan geen aangifte is gedaan. Ter zake van die inkomsten heb ik correcties op uw aangiften 2016 en 2017 toegepast. Die heb ik verwerkt in definitieve aanslagen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en Inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (Waz) 2016 en voorlopige aanslagen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en Inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet 2017.
Hieronder treft u een nadere motivering van deze aanslagen aan.
Overzicht van politie inzake uitgaven
In bijlage 1 bij deze brief is een door de politie opgemaakt Excel-overzicht bijgevoegd met daarin een overzicht per jaar van de contante uitgaven en uitgaven per creditcard waarvan bonnen en/of andere documenten zijn aangetroffen. Uit dat overzicht blijkt voor 2016 een bedrag aan benoemde uitgaven van € 48.031 (…).
Ik acht aannemelijk dat deze uitgaven zijn gedaan uit inkomsten die in de betreffende jaren door u en/of uw partner zijn genoten. Omdat op dit moment niet duidelijk is voor wiens rekening welke uitgave is gekomen en uit wiens inkomen de uitgaven zijn betaald, heb ik ter behoud van rechten de met de uitgaven samenhangende inkomenscorrectie bij u beiden in aanmerking genomen.
Huizen in Nederland, Spanje en Frankrijk
Uit de documentatie die ik van de politie heb ontvangen blijkt dat u heel 2016 en 2017 heeft beschikt over een woning in Spanje en een woning in Frankrijk.
Ik schat de uitgaven voor het aanhouden van de woning in Spanje op € 1.000 per
maand, dus € 12.000 per jaar.
Uit de beschikbare documentatie maak ik op dat u de woning in Frankrijk (deels) verhuurt. Ik neem vooralsnog aan dat het aanhouden van deze woning kostenneutraal geschiedt.
In het jaar 2016 is voor [de eigen woning] € 18.230 aan hypotheekrente betaald (…). Ik acht aannemelijk dat deze bedragen zijn betaald met belastbaar inkomen dat in de betreffende jaren is genoten, maar aangezien deze bedragen tevens aftrekbaar zijn, blijven inkomenscorrecties op dit punt achterwege.
Gebruikelijk loon
U bent van 3 maart 2016 tot en met 11 januari 2017 bestuurder van [ [de B.V.] ] geweest. Hiervoor dient fiscaal een gebruikelijk (fictief) loon in aanmerking te worden genomen. Dit gebruikelijk loon is voor 2016 wettelijk vastgesteld op € 44.000 op jaarbasis. Uw gebruikelijk loon over 2017 [2016,
Hof]bedraagt 10/12 maal € 44.000 = € 36.667. U heeft een loon van [ [de B.V.] ] aangegeven van € 751, dus de correctie bedraagt € 35.915.
Vermogen box 3
U heeft in uw aangifte over 2014 de woning in Frankrijk aangegeven voor een waarde van € 300.000. Deze woning was in 2016 en 2017 nog in uw bezit. In de aangiften over 2016 en 2017 van u en uw echtgenoot had een verdeling van de waarde van uw bezittingen over u beiden gekozen kunnen worden. Nu de woning in Frankrijk in het geheel niet is aangegeven en die keuze dus niet is gemaakt, dient bij ieder van u de helft van de vermogensrendementsheffing in aanmerking te worden genomen.
De berekening is als volgt:
Inkomen box 3 2016:
Waarde woning in Frankrijk € 300.000
Heffingsvrij vermogen
€ 48.874
Voordeel uit sparen en beleggen € 251.126 x 4% x 50% € 5.022
Inkomensberekeninq 2016 (…)
De belastbare inkomens uit werk en woning over de jaren 2016 en 2017 en de verzamelinkomens over deze jaren bereken ik ten behoeve van de definitieve aanslag (…) 2016 (…) als volgt:
2016
Aangegeven inkomen uit werk en woning € 751
Uitgaven overzicht politie € 48.031
Woning Spanje € 12.000
Gebruikelijk loon [ [de B.V.] ]
€ 35.915
€ 96.697
Af: privé-onttrekkingen volgens aangifte
€ 4.684
Belastbaar inkomen uit werk en woning (box 1) € 92.013
(…)
Voordeel uit sparen en beleggen (box 3)
€ 5.022
Verzamelinkomen € 97.035
Bewijslast
Als u bezwaar aantekent, dan dient u erop bedacht te zijn dat u voor 2016 substantiële inkomensbestanddelen niet heeft aangegeven en dat de ingediende aangifte over dat jaar niet kwalificeert als de 'vereiste aangifte'. Daardoor wordt in een eventuele bezwaarprocedure de bewijslast omgekeerd en verzwaard. Dat betekent dat u dient te doen blijken (dat wil zeggen overtuigend aantonen) dat en in hoeverre de aanslag 2016 onjuist is.
Informatieverzoek
Teneinde uw fiscale positie over de jaren 2016 tot en met heden beter in kaart te krijgen, verzoek ik u de volgende informatie/documentatie te verstrekken.
- alle afschriften en andere documentatie over de periode 1 januari 2016 tot heden van alle bankrekeningen die u in deze periode in Nederland, Frankrijk, Spanje of enig ander land heeft aangehouden, waaronder begrepen afschriften van uw betalingen met creditcards.
- een overzicht van de huuropbrengsten van de woning in Frankrijk en de kosten van het aanhouden van deze woning, onderbouwd met bescheiden, over de periode 1 januari 2016 tot heden;
- huurovereenkomst/koopakte met betrekking tot de woning in Spanje, alsmede een specificatie van alle uitgaven die u in de periode 1 januari 2016 tot heden met betrekking tot deze woning heeft gedaan.
- een overzicht van eventuele inkomsten en uitgaven over de periode 1 januari 2016 tot heden die niet in het bij deze brief gevoegde overzicht van de politie zijn begrepen.
Tot slot heb ik nog een verzoek om informatie dat mogelijk mede relevant is voor het jaar 2015: volgens gegevens van de Kamer van Koophandel heeft u uw onderneming [de eenmanszaak] per 22 februari 2016 gestaakt. In uw aangifte over 2014 stond op de balans van [de eenmanszaak] per 31/12/2014 een post 'schulden aan kredietinstellingen' van € 140.245. Deze post vind ik in uw aangifte over 2015 niet terug. Kennelijk is deze schuld dus afgelost. Ik verzoek u mij alle relevante informatie te verstrekken ten aanzien van de staking/overdracht van de onderneming en in het bijzonder de afwikkeling van de betreffende schuld, waaronder begrepen de leningsovereenkomst en documentatie waaruit blijkt hoe en uit welke bron deze schuld is afgelost.”
Bij deze brief is het Exceloverzicht gevoegd.