Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.De zaak in het kort
ernstigeverwijtbaarheid.
2.Het geding
3.Feitelijke achtergrond
Director Corporate Safety, Health, Environment & Quality(hierna: directeur SHE-Q). De afdeling SHE-Q bestaat uit ongeveer 230 fte. Het salaris van [appellante] bedroeg laatstelijk € 10.833,33 bruto per maand, exclusief 8,33% vakantiebijslag, eindejaarsuitkering en bonus. Uit hoofde van haar functie rapporteerde [appellante] rechtstreeks aan de bestuursvoorzitter van Boskalis, de heer [naam] (hierna: [bestuursvoorzitter]).
No
Injuries
No
Accidents”). Dit programma is binnen Boskalis geïntroduceerd om de veiligheidscultuur te verbeteren. Het programma maakt medewerkers bewust van hun eigen verantwoordelijkheid ten aanzien van veiligheid en moedigt hen aan anderen elkaar te attenderen op onveilige situaties op de werkvloer en actie te ondernemen in geval van onveilige activiteiten.
Vaccinaties….Ja, ik vind het een hele complexe. Zelf ben ik echt, nog steeds, een principieel weigeraar, omdat het mRNA-vaccin ten minste nog in fase II zit. Dat is wat anders dan het eiwitvaccin. Dat is in mijn ogen wat veiliger voor je eigen gezondheid, op de langere termijn. Maar ik kan de weigeraars ook voorstellen.”
Group HR Director, [naam] (hierna: [HR director]), gevraagd om met [appellante] het gesprek hierover aan te gaan.
[HR director] heeft mij net bijgepraat over jullie gesprek. Ik begrijp van hem dat jij je standpunt ten aanzien van je vaccinatie niet bereid bent te wijzigen, wat ik ook niet had verwacht, je kennende. Ik denk dat we elkaars standpunten begrijpen en beiden inzien dat ze onverenigbaar zijn. Helaas brengt ons dat tot de conclusie dat onze wegen zich dan hier scheiden. Wij zullen ons van onze kant inspannen dat op een zorgvuldige en billijke manier te doen.(…)”
de aard van ons conflict, mijn persoonlijke keuze in het nog niet vaccineren tegen COVID-19, ga ik er vooralsnog vanuit dat een kantonrechter – onder de huidige covid-maatregelen die de regering heeft opgesteld – de arbeidsovereenkomst niet zal ontbinden, danwel die (wellicht) zal ontbinden op basis van een verstoorde arbeidsrelatie, onder toekenning van een forse billijke vergoeding. (…) Indien we niet tot een akkoord kunnen geraken, dan lijkt het me zorgvuldig dat een kantonrechter zich hierover buigt, zeker gezien de momenteel missende referentie voor onze casus in Nederland. Uiteraard hoop ik in ons beider belang dat we deze stap niet hoeven zetten”.
Beste collega’s,
4.Procedure bij de kantonrechter
5.Verzoeken in hoger beroep
6.Beoordeling in hoger beroep
Wijziging grondslag vordering
een compleet functioneren in haar functie onmogelijk” was en dat “
wordt gestreefd naar een afscheid.” Daarmee werd de mogelijkheid van een terugkeer van [appellante] binnen Boskalis direct en onomkeerbaar afgesloten. Dit handelen van Boskalis heeft voor haar een diffamerend effect gehad.
ernstigeverwijtbaarheid aan de zijde van Boskalis geen sprake is. Dit oordeel wordt als volgt gemotiveerd.
Zelf ben ik echt, nog steeds, een principieel weigeraar.”). Met Boskalis is het hof van oordeel dat Boskalis van haar mocht verlangen dat zij als directeur SHE-Q op het gebied van veiligheid binnen Boskalis voor de troepen uit zou lopen, in die zin dat zij aan het veiligheidsbeleid richting zou geven en pro-actief haar van dat beleid afwijkende standpunt allereerst met [bestuursvoorzitter] zou hebben gedeeld en bij hem bespreekbaar zou maken wat daarvan de consequenties konden zijn voor het veiligheidsbeleid van Boskalis en haar functioneren als directeur SHE-Q. Zij heeft – door over haar vaccinatiestandpunt niet van meet af aan openheid van zaken richting [bestuursvoorzitter] te geven – de hiervoor genoemde belangen van Boskalis onvoldoende voor ogen gehouden.
Indien we niet tot een akkoord kunnen geraken, dan lijkt het me zorgvuldig dat een kantonrechter zich hierover buigt, zeker gezien de momenteel missende referentie voor onze casus in Nederland” in haar e-mail van 4 november 2021, zie onder 3.10 hierboven) en zich pas later heeft bedacht. Nadien (na ongeveer 1,5 maand) heeft Boskalis een verzoekschrift tot ontbinding ingediend. Dit verzoekschrift is na een mondelinge beschikking van de kantonrechter weer ingetrokken. Vervolgens heeft er mediation plaatsgevonden, is aan [appellante] een substantiële beëindigingsvergoeding aangeboden en is opnieuw, ongeveer een jaar nadat de verhouding verstoord is geraakt, een ontbindingsverzoek ingediend. Gedurende deze tijd heeft Boskalis het loon van [appellante] doorbetaald. Tegen deze achtergrond is het hof van oordeel dat Boskalis wel een verwijt gemaakt kan worden door aan te sturen op de beëindiging van de arbeidsovereenkomst kort na 21 oktober 2021, maar acht het deze handelwijze niet
ernstigverwijtbaar.
7.Beslissing
- bekrachtigt de beschikking van de kantonrechter Rotterdam van 31 januari 2023;
- veroordeelt [appellante] in de kosten van het geding, aan de zijde van Boskalis tot op heden begroot op € 5.689,- aan griffierecht en € 2.428 aan salaris advocaat (2 punten x tarief II);
- verklaart deze beschikking ten aanzien van de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.