Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Zaaknummer rechtbank : C/09/630153 / HA RK 22-205
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- het verzoekschrift in hoger beroep van [verzoeker] , binnengekomen op de griffie van het hof op 17 februari 2023, met bijlage;
- het verweerschrift van [verweerder] .
3.Feitelijke achtergrond
“Kan de stof mCPP (…) rekening houdend met de samenstelling ervan – met inbegrip van de dosering van de werkzame stoffen – en bij gebruik volgens voorschrift een of meer van de (in voormelde definitie) onder b) omschreven werking hebben? Zijn deze werkingen wetenschappelijk onderbouwd? Zo ja, op welke wijze?”
“elke enkelvoudige of samengestelde substantie die bij de mens kan worden gebruikt of aan de mens kan worden toegediend om hetzij fysiologische functies te herstellen, te verbeteren of te wijzigen door een farmacologisch, immunologisch of metabolisch effect te bewerkstelligen, hetzij om een medische diagnose te stellen”.
“mCPP voldoet aan de definitie van het begrip geneesmiddel zoals in de richtlijn 2001/83/EG zoals gewijzigd in de Richtlijn 2004/27/EG omschreven”.
[verweerder] heeft hieraan niet voldaan. In een e-mail van 21 maart 2022 heeft hij [verzoeker] - onder meer - bericht:
“Naar mijn overtuiging voldeed en voldoet de stof derhalve aan zowel het sub a als het sub b van het in de Richtlijn gestelde omtrent het begrip ‘geneesmiddel’.Het Europese Hof en de Hoge Raad hebben evenwel een andere (taalkundige) uitleg gegeven aan het gestelde in de Richtlijn, waarvan ik in 2009 (uiteraard) geen kennis kon hebben maar zoals gezegd veranderen de onderliggende feiten daardoor niet.Zoals al meerdere malen aangegeven is het voor mij dus niet mogelijk die feiten te veranderen.”
4.Procedure bij de rechtbank
“mCPP voldoet aan de definitie van het begrip geneesmiddel zoals in de richtlijn 2001/83/EG zoals gewijzigd in de Richtlijn 2004/27/EG omschreven”te corrigeren. [verzoeker] stelt dat [verweerder] hem hiermee de mogelijkheid onthoudt om met succes een herzieningsverzoek bij de Hoge Raad in te dienen, waardoor hij ten onrechte veroordeeld blijft. ‘Een herziening van de strafzaak van [verzoeker] en de daaropvolgende vrijspraak heropent voor [verzoeker] de weg naar een vordering tot schadevergoeding jegens de Staat. Door [verweerder] wordt deze route nu afgesloten gehouden’, aldus [verzoeker] in zijn inleidende verzoekschrift onder het kopje ‘Grondslag vordering en belang hoofdzaak’. Door middel van het voorlopig getuigenverhoor wenst [verzoeker] de onrechtmatige handelwijze van [verweerder] te onderzoeken en in rechte vast te leggen, teneinde eventueel een schadevergoeding van [verweerder] te vorderen wegens onrechtmatig handelen.
5.Verzoek in hoger beroep
6.Beoordeling in hoger beroep
“De verdediging heeft (…) bezwaren aangevoerd tegen de rapportage van prof. [verweerder] . Hij zou zich, door jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschap te interpreteren, hebben begeven buiten het veld van zijn deskundigheid. Het hof kan aan deze klacht, zo zij al juist zou zijn, geen gevolgen verbinden, alleen al omdat het van de gewraakte interpretaties geen gebruik zal maken.”