Uitspraak
gevestigd te Amsterdam,
gevestigd te Amsterdam,
gevestigd te [vestigingsplaats] , Groot-Brittannië,
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
3.Uitgangspunten in cassatie
- i) Bencis is een private equity fonds. Zij verwierf in april 2010 een meerderheid van de aandelen in de [A] -groep, een multinationaal concern dat met name actief is op het gebied van complexe staalbouw. De [A] -groep werd gefinancierd door een syndicaat van banken (hierna: de banken), waaronder ING Bank (hierna: ING).
- ii) [verweerster] is onderdeel van de [verweerster] -groep. De [verweerster] -groep richt zich op bagger-, waterbouwkundige en offshore projecten. [verweerster] is op 28 september 2011 een onderaannemingsovereenkomst (hierna: het Teesside-contract) aangegaan met een onderdeel van de [A] -groep, [A] Foundations, voor het uitvoeren van werkzaamheden voor een project met de naam Teesside Offshore Wind Farm Project (hierna: het Teesside-project).
- iii) In de loop van 2011 is de [A] -groep in financiële problemen gekomen. De [A] -groep en de banken zijn op 26 oktober 2011 overeengekomen dat aan de [A] -groep een garantiefaciliteit zou worden verstrekt van maximaal € 10.000.000,--. Volgens de op diezelfde dag tussen de banken en Bencis gesloten overeenkomst zouden de bedragen die bij de banken onder de gestelde garanties zouden worden getrokken, voor 50% door de banken en voor 50% door Bencis worden gedragen (hierna: de Corporate Guarantee).
- iv) ING heeft op 26 oktober 2011 en 6 december 2011 in het kader van het Teesside-contract bankgaranties verstrekt aan [verweerster] ter dekking van respectievelijk 15% en 10% van de contractsprijs (hierna: de garanties I en II).
- v) Op 5 april 2012 is de [A] -groep in staat van faillissement verklaard. Op 18 april 2012 volgde het faillissement van [A] Foundations. [verweerster] heeft vervolgens op 20 april 2012 de garanties I en II ingeroepen.
- vi) Op 25 april 2012 heeft ING in totaal € 5.074.843,75 aan [verweerster] betaald onder de garanties I en II, welk bedrag op 26 april 2012 door [verweerster] is ontvangen. De banken hebben Bencis op grond van de Corporate Guarantee aangesproken tot betaling van 50% van dit bedrag. Bencis heeft op 4 mei 2012 een bedrag van € 2.537.421,88 aan de banken betaald.
- vii) Het Teesside-project is alsnog afgerond door (overige) onderaannemers.
4.Beoordeling van het middel in het principale beroep
5.Beoordeling van het middel in het voorwaardelijk incidentele beroep
6.Beslissing
22 december 2017.