grond waarvan kan worden aangenomen dat de auto een product van een andere lidstaat is
als bedoeld in artikel 110 VWEU. Eiser is daarin niet geslaagd. Niet in geschil is dat de auto
is geproduceerd voor de Amerikaanse markt en geen Europees typegoedkeuringsnummer
heeft. De enkele stelling dat als de auto in Europa is gefabriceerd het een Europees product
is en blijft, ook als hij is gefabriceerd voor de Amerikaanse markt, is daarvoor onvoldoende.
Dat, zoals eiser stelt, er voor de auto een EUR1-verklaring zou kunnen worden aangevraagd,
betekent niet dat de auto daarmee geacht moet worden uit een andere lidstaat afkomstig te
zijn. Afgezien van het feit dat de regeling van de EUR 1-verklaringen slechts is bedoeld voor
een eventuele verlaging of vrijstelling van invoerrechten in verband met herkomst- en
oorsprongsregelingen, heeft eiser ook niet een dergelijke EUR 1-verklaring overgelegd.
Eiser heeft verder, hoewel verweerder daarom meermaals heeft gevraagd, geen
inkoopfactuur of andere bescheiden overgelegd waaruit zou kunnen worden afgeleid dat de
auto afkomstig is uit een andere lidstaat. Dat betekent dat verweerder zich terecht op het
standpunt heeft gesteld dat geen sprake is van een situatie waarop artikel 110 VWEU van
toepassing is. Een en ander sluit immers niet uit dat eiser de auto zelf rechtstreeks heeft
gekocht in de Verenigde Staten en via Duitsland naar Nederland heeft overgebracht.