ECLI:NL:GHDHA:2024:157
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- H.A.J. Kroon
- Chr.Th.P.M. Zandhuis
- R.A. Bosman
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake WOZ-beschikking en aanslag OZB
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag, die op 6 oktober 2022 het beroep van belanghebbende niet-ontvankelijk heeft verklaard. De Heffingsambtenaar van de gemeente Den Haag had eerder de waarde van de woning van belanghebbende vastgesteld op € 954.000 voor het kalenderjaar 2021, welke waarde later werd verlaagd naar € 845.000 na bezwaar. Belanghebbende, die samen met [A] mede-eigenaar is van de woning, heeft beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar, maar de Rechtbank oordeelde dat zij niet bevoegd was om dit beroep in te stellen, omdat het bezwaar door [A] was ingediend en niet door belanghebbende zelf. Het Hof heeft de ontvankelijkheid van het beroep ambtshalve beoordeeld en geconcludeerd dat de Rechtbank niet buiten de rechtsstrijd is getreden door deze beoordeling. Het Hof heeft vastgesteld dat de Heffingsambtenaar de beschikking en de aanslag terecht aan [A] heeft gericht, en dat belanghebbende als mede-belanghebbende een eigen WOZ-beschikking had kunnen aanvragen. De mondelinge behandeling vond plaats op 12 december 2023, en op 23 januari 2024 heeft het Hof de uitspraak van de Rechtbank bevestigd. De zaak is van belang voor de rechtsgang bij WOZ-beschikkingen en de rol van gemachtigden in belastingprocedures.